Zoals ik in mijn vorige ‘Ik speel nog steeds’ schreef is Gears of War een belangrijke reden waarom ik een Xbox in huis heb staan. Voor mijn PlayStation geldt hetzelfde maar dan vanwege een andere game, namelijk God of War. Natuurlijk zijn er meer exclusives waarvoor ik een PS4 heb staan zoals bijvoorbeeld de Uncharted reeks, maar God of War blijft toch wel een speciaal plekje in mijn gamerhart hebben. Met de komst van de nieuwe God of War leek het mij dan ook een mooi moment om de God of War III remaster weer eens tevoorschijn te halen voordat ik met het nieuwe deel aan de slag ga. Daarom speel ik nog steeds God of War III.
God of War III was absoluut één van de beste games die op de PS3 is uitgekomen en het was dan ook logisch dat hiervan een remastered variant voor de PS4 zou verschijnen. Normaal gesproken ben ik niet een grote voorstander van remastered games, want ik heb veel liever dat er tijd, energie en geld gestoken wordt in nieuwe games, maar bij God of War kon ik wel een oogje dichtknijpen en was ik hier maar al te blij mee, aangezien ik zo enorm veel plezier aan deze game heb beleefd. Al had ik graag gezien dat ze al andere delen hier dan ook aan hadden toegevoegd zodat de gehele trilogie herbeleefd kon worden in de pracht en praal van de PS4.
Nog steeds is God of War III een dijk van een game en wordt je gelijk meegesleept in het brute en actievolle verhaal van Kratos. Ook al wordt er niet al te veel toelichting gegeven op het verloop van het verhaal in de eerdere delen is het al snel duidelijk dat Kratos en Zeus het niet erg goed met elkaar kunnen vinden. Uiteraard is het verhaal mij al bekend na het meerdere keren te hebben gespeeld, toch blijft het karakter Kratos zo interessant dat het telkens weer een mooie ervaring is.
Nog belangrijker waarom de game nog steeds zo plezierig blijft om te spelen is de fantastische gameplay. De verschrikkelijke brute actie samen met de geweldige wapens en de imponerende finishing moves zorgen ervoor dat het een enorm genot is om deze game te her spelen. Net als met Doom kan ik ook bij deze game al mijn frustratie kwijt. In plaats van het neerknallen van demonen gaat dit in God of War door heerlijk los te gaan op het doodmeppen van minotaurussen en andere mythologische wezens. Het rijgen van een zwaard door de strot van een minotaurus is nog steeds even bevredigend als dat het al die jaren geleden was.
Naast de variatie in de fantastische standaard vijanden die je door de game tegenkomt zijn de eindbazen toch wel de echte eye catchers in de game. De gigantische eindbazen zijn werkelijk adembenemend en van een enorme proportie. Het vechten op het enorme lichaam van Kronos terwijl je met je zwaarden moet inhakken op zijn nagels om ze er daarna van af te rukken en er daarnaast voor moet zorgen dat je er niet van afgeblazen wordt is al memorabel genoeg om de game nog eens te spelen.
Voor een game met de leeftijd van God of War III ziet deze er ook nog steeds hartstikke prima uit en heb je geen moment het idee dat je een game aan het spelen bent die oorspronkelijk voor de PS3 is gemaakt. Helaas was ik al in een kleine acht uurtjes door de game heen en moet ik nog even geduld hebben voordat ik mijn bloedlust kan stillen doormiddel van de nieuwe God of War. Gelukkig heb ik begrepen dat deze een stuk langer in beslag gaat nemen dan de acht uurtjes die ik bezig was met God of War III. Hoe meer Kratos hoe beter!
Na het wederom spelen van God of War III heb ik nog meer zin in het nieuwe deel en weet ik weer waarom ik zo ontiegelijk veel van deze game hou. De fantastisch brute actie, het meeslepende verhaal, de imponerende eindbazen en wellicht mijn favoriete game personage ever zorgen ervoor dat ik nog altijd dol ben op God of War. Ik kan echt niet wachten om verder te gaan met het fantastische verhaal van Kratos en ik weet dat mijn PS4 de komende dagen flink wat overuren gaat draaien.