Ik ben een Xbox-fanboy. Of ja, fanboy, ik heb niks tegen PlayStation of Sony, maar de afgelopen twee consolegeneraties heb ik bijna alleen maar op de Xbox en Xbox 360 gegamed. Ik had wel een PlayStation 2 en 3, maar als die één keer per maand aanstonden was het vaak. Doodzonde, vandaar dat ik besloten heb dat er van de komende generatie consoles maar eentje in huize Bootsma komt te staan. Op voorhand was ik ervan overtuigd dat dat de opvolger van de 360 zou worden. Xbox gaf me een zelfde soort prettig gevoel als thuiskomen en relaxen na een dag hard werken. Maar Microsoft fuckte up…
Tegelijk met de aankondiging van de Xbox One werd bekend dat de console minimaal één keer per 24 uur verbinding moest maken met internet, anders kon je gewoon niet gamen, plus het spelen van tweedehands games werd een stuk moeilijker, zo niet onmogelijk gemaakt. Ik was een van velen die zich met deze zet tegen de schenen geschopt voelden. Dat Microsoft deze policy later weer de nek omdraaide voelde als een opluchting, maar die was van korte duur. In tegenstelling tot wat eerder beloofd was, kwam de Xbox One ineens niet meer eind 2013 naar Nederland, maar werd uitgesteld tot 2014. Geen datum of maand, gewoon ‘ergens in 2014’. Misschien wel pas een jaar na de lancering bij onder andere onze geliefde Oosterburen.
Het voelde alsof een net genezen, maar nog steeds pijnlijke wond langzaam met een gloeiend heet kartelmes opnieuw open werd gereten. Waar hadden we dit in godsnaam aan te danken? Ik had er genoeg van. Op de Gamescom had ik, behalve met de One, ook de nodige tijd met de PlayStation 4 doorgebracht, en dat beviel me eigenlijk wel. De controller lag stukken beter in de hand dan die van de PlayStation 3, de graphics leken over het algemeen net wat scherper, de aanschafprijs lag honderd euro lager en de PlayStation 3 had aardig wat exclusieve games die ik graag gespeeld had. Mijn keuze voor de komende generatie verschoof van Xbox One naar PlayStation 4.
Eind augustus vorig jaar had ik al voor zowel de Xbox One als (gelukkig) de PlayStation 4 een pre-order geplaatst bij de lokale gameshop. Uiteindelijk was 12 december de grote dag dat ik Sony’s nieuwe console eindelijk in huis had, inclusief exemplaren van Killzone: Shadow Fall, Call of Duty: Ghosts en Battlefield 4. De controller beviel gelijk, de snelheid van het menu wende onmiddellijk en ook de stukken scherpere graphics waren al snel gewoonte. Ik was blij met mijn PS4.
Tot collega Bas van Dun zijn uit Duitsland geïmporteerde Xbox One binnenkreeg. Bas woont op vijf minuten fietsen van mij vandaan, dus dezelfde avond stond ik bij hem op de stoep om, na de hectiek op de Gamescom, eens in alle rust te ervaren hoe Microsoft’s nieuwe console nu eigenlijk speelt. Dat had ik niet moeten doen. Alleen al het opstarten van de console kreeg ik weer dat thuiskom-gevoel. Een warm bad, die bekende tegel-interface waar ik op de 360 zo veel tijd mee door had gebracht. De reactiesnelheid en nauwkeurigheid van Kinect waren zo ontzettend veel beter dan op de vorige generatie. Maar het was vooral Forza, de franchise waar ik als raceliefhebber enorm verliefd op ben. Die graphics. De aanwezigheid van drivatars in plaats van AI. Ondanks de technisch mindere hardware, voelde de One meer next-gen voor mij dan de PS4.
Natuurlijk, dat heb ik weer. Tegen beter weten in de keuze gemaakt voor PlayStation en dan gelijk tijdens mijn eerste thuissessie op een Xbox One genadeloos afgestraft worden. Maar goed, ik had mijn keuze gemaakt, de PS4 was ook absoluut niet slecht én ik kon eindelijk eens genieten van de Uncharted’s, God of War’s en andere PlayStation-exclusives. En toch bleef het vreten. Van de PS4-games die ik had was Killzone de enige echte next-gen titel (Battlefield speelde ik amper omdat ik niet echt iets met die games heb), en die had ik uitgespeeld. Bleef daar Ghosts over, een game die ik ook al voor mijn 360 had. Wat voor nut had die PlayStation 4 dan op dit moment? Voorlopig kwamen er toch geen games uit die ik perse wilde hebben.
Ik besloot toch maar om het hele pakket eens op marktplaats te zetten. Gewoon om eens te kijken of ik het een beetje voor een redelijke prijs kwijt kon, niet eens perse met de intentie om het daadwerkelijk te verkopen. ‘Te koop: PlayStation 4 + 3 games + 1 jaar PS Plus’, zo luidde de titel van de advertentie. Mijn mailbox stroomde op moordtempo vol. Serieus, ik heb nog nooit zó veel en zó snel reacties gehad op een advertentie. Uiteindelijk had ik een stuk of veertig berichten in mijn mailbox waar nog leuke biedingen bij zaten ook. In een impuls besloot ik om op het hoogste bod te antwoorden, en voor ik het wist had diegene mijn telefoonnummer online gevonden en hing ‘ie aan de lijn wanneer hij mijn PS4 op kon komen halen. Slik. Nu kon ik eigenlijk niet meer terug.
Dezelfde avond was ik een console armer en een leuk geldbedrag rijker. Ik kon een Xbox One kopen! Maar het voelde niet goed. Vijf minuten nadat de koper weer de deur uit was kreeg ik spijtgevoelens. Was dit wel de goede keuze? Had ik de PS4 niet langer de tijd moeten geven? De drang om gelijk een Xbox One te kopen verdween. Kon ik niet beter nog een paar maanden wachten en kijken wat voor exclusieve games er nog meer voor beide consoles aangekondigd werden?
Tot op de dag van vandaag weet ik nog steeds niet wat ik nou wil. Dagelijks speur ik webshops en sites als marktplaats af naar zowel PS4’s als Xbox One’s. Bij beide consoles heb ik het gevoel dat ik iets essentieels mis als ik ze niet in huis heb. Moet ik ze dan toch maar weer allebei kopen? Zucht, ik ben weer terug bij af…