Meer dan een week na de launch van The Division en een stevig aantal speluren later lijkt het eindelijk opportuun om min of meer een oordeel te vellen over de game. Ik weet eindelijk wat het is en wat het niet is en vooral of het een game is die ik trek. Dat lijkt een evident gegeven, maar daar waar je doorgaans wel weet wat je kan verwachten bij een game is The Division enigszins een enigma dat zichzelf oplost als je gaat spelen. Is het Ubisoft’s antwoord op Destiny? Is het een game die je in je eentje kan spelen? Is het überhaupt de topper waar veel gamers op zaten te wachten? Tijd om op al die vragen een antwoord te formuleren in de review.
The Division is een hybride, een samensmelting van bouwsteentjes die één geheel vormen. Op die manier valt de game eigenlijk best simpel uit te leggen. Om te beginnen is het een open wereld-game in de gekende Ubisoft-stijl. Het desolate New York van The Division levert dus een map op die zich gaandeweg vult met icoontjes die missies, zij-opdrachten en collectables voorstellen. Telkens als je een safehouse in een nieuw gebied unlockt zie je meteen de icoontjes opduiken en weet je wat je te doen staat.
Het is ook een uiterst competente third person cover shooter. Via een druk op de knop schuil je achter pilaren, autowrakken of wat dan ook en met een simpele druk op die zelfde knop kun je naar een ander obstakel rennen. Vanachter je beschutting de vele vijanden onder vuur nemen, weten wanneer je je kop laag moet houden en wanneer je kan vuren of naar een andere plek manoeuvreren, daar draait het om. Vuurgevechten in The Division hebben vaak een dynamisch kantje met vijanden die actief hun best doen om je te flanken of vanachter je cover te dwingen. Concreet betekent dit dat je niet gewoon vanaf een afstandje alle mannetjes onder vuur kan nemen, maar echt wel actief van cover naar cover moet bewegen en zelf proactief de overhand moet zien te krijgen in de gevechten. Tegelijk is de game ook resoluut een rpg en dat betekent dat je om de oren geslagen wordt met perks en abilities, dat je constant zoekt naar betere wapens en gear en dat je streeft naar een zo goed mogelijke loadout. Alles wat je doet is bedoeld om je personage sterker te maken, zodat je de steeds uitdagender wordende gevechten het hoofd kan bieden.
The Division is dus dat alles, maar uiteraard is het vooral ook een online game. Ubisoft is altijd erg transparant geweest over het feit dat de game vooral bedoeld is om samen te spelen met anderen. Je kan dus gewoon samen met vrienden spelen of lovenswaardig makkelijk via matchmaking de missies met andere spelers aanpakken. Dat is geenszins een verplichting als je liever een lone wolf bent. Zolang je maar rekening houdt met het idee dat de moeilijkheidsgraad mee schaalt met je level en je dus als level 5 niet moet gaan aanklooien met missies waarvoor je een level 7 moet hebben, dan is de game wel doenbaar op je eentje. Tot op een zeker punt. The Division ontpopt zich al erg vlug tot een uitdagende game en er komt gewoon vroeg of laat een moment waarbij je op een muur stoot. Ik kan me best wel inbeelden dat er spelers met stevige skills zijn die het best wel tot de endgame gaan uitzingen op hun eentje, maar ik had toch al redelijk snel het gevoel dat ik gevechten aanging die ik solo echt niet kon redden. Daar dient die toegankelijke matchmaking dus voor. De game is stukken beter te behappen als je ondersteuning van andere spelers hebt.
The Division is dus een machine die opgemaakt is uit gekende tandwieltjes, maar als alles draait zoals het hoort levert het een memorabele ervaring af. Ik vind de manier waarop de game je niet dwingt, maar aanmoedigt om op vlotte wijze samen te spelen stukken toffer dan hoe Destiny het aanpakt. Ook de verhalende context die The Division je biedt wist ik erg te smaken. De game vertelt een creepy verhaal dat anno 2016 niet eens zo ondenkbaar is: een terroristische aanval die de maatschappij volledig ontwricht en jij probeert als lid van elite eenheid The Division terug orde in de chaos te scheppen. Het is een achtergrondverhaal dat ik snap. Verhalende missies waarbij je medische hulp probeert van de grond te krijgen houden voor mij veel meer steek dan de zoektocht naar maanstenen of whatever the fuck ik in Destiny aan het doen was. Op dat vlak maakt The Division dankzij gebruik van cutscenes en dialogen gewoon meer indruk. Lange tijd voelt The Division eerder aan als een verhalende shooter-rpg met sterke co-op elementen dan een mmo-lite. Pas wanneer de endgame in zicht komt lijkt dat te veranderen en begint de boel wat repetitiever te worden. Dan ben je gedwongen om daily missions te doen en echt te farmen om de broodnodige high end-gear te kunnen kopen. Dat is enigszins jammer, maar het is uiteraard deel van het concept achter een MMO; de bedoeling is dat spelers blijven spelen.
Wat ook bedoeld is als late game content is de Dark Zone. The Division is grotendeels een co-op game, maar in de Dark Zone gaan de vriendschappelijke handschoentjes uit. De Dark Zone is een onderdeel van Manhattan die ommuurd is omwille van de virusbesmetting die daar het hardst toesloeg. Het gevaarlijkste deel van de stad waar het elk voor zich is. Ik zelf ben er nog niet geweest, maar zoals ik het begrijp is het een onvergeeflijke plek waar speciale loot te vinden valt maar waar dood gaan en bestolen worden een reële mogelijkheid is. Slik.
Een finaal cijfer op de game kleven is iets dat ik onder voorbehoud doe. Zoals de game nu staat is het een spel met hele sterke elementen die je vooral hoort te spelen zoals het bedoeld is, als een ambitieuze mengelmoes van een rpg, open world game en co-op shooter. Dat de game als mmo gebonden is aan een langgerekte, repetitieve endgame en dat er nieuwe content in het vooruitzicht is, tja, dat hoort gewoon bij het genre, maar dat zorgt ervoor dat deze review binnenkort uiteraard een broodnodige update zal krijgen.
[review pros=”+ Vuurgevechten zijn ijzersterk
+ New York is een sfeervolle sandbox
+ Samen met anderen spelen werkt probleemloos en vlot” cons=”- Wordt repetitief naar het einde toe
– In je eentje is de game net te pittig” score=80]