Wie had ten tijde van de PlayStation 1 ooit gedacht dat Crash Bandicoot-ontwikkelaar Naughty Dog in staat zou zijn om fotorealistische action-adventure games te maken? Wij in ieder geval niet. Na drie succesvolle games in de Uncharted-franchise, lijkt de ontwikkelaar deze (tijdelijk?) aan de wilgen te hangen en komen ze met een survival-horror-action-adventure-third-person shooter: The Last of Us. Alweer een game over zombies? Jazeker, en wát voor game.
Al vanaf 10 december 2011, de datum dat The Last of Us aangekondigd werd, volg ik de game op de voet. Ik moet eerlijk toegeven dat van de huidige generatie consoles de Xbox 360 mijn favoriet is, voornamelijk vanwege de controller en het feit dat veel vrienden ook de console van Microsoft onder de tv hebben staan. Mijn PlayStation 3 doet voornamelijk dienst als Blu-ray speler, met zo nu en dan een exclusive die toch nog de game-mogelijkheden van de glimmende, zwarte kast aanspreekt. Maar dan moet die exclusive wel écht goed zijn en helemaal in mijn straatje passen. The Last of Us neemt moeiteloos plaats in dat korte, maar o zo goede rijtje.
Deze game heeft namelijk iets bij mij voor elkaar gekregen dat nog maar weinig andere games (ik zou zo gauw zelfs geen voorbeeld kunnen noemen, maar ik weet dat het gebeurd is) gelukt is. Ik heb zitten janken. Om een videogame, ja. En niet aan het einde van de game, toen ik een sterke band op had gebouwd met de personages en hen iets ergs overkwam. Ook niet op de helft. De hoofdpersonages waren nog niet eens echt geïntroduceerd. Binnen tien minuten nadat ik de game op had gestart, baanden twee tranen over allebei mijn wangen hun weg. Zó snel, dat heeft zelfs een film nog nooit voor elkaar gekregen.
Het is het gevolg van een enorm sterk staaltje storytelling, zeer realistische personages en een staaltje voice-acting waar je U tegen zegt. Bij alle (ja, echt alle) personages, maar natuurlijk vooral van de twee hoofdpersonen Joel en Ellie, respectievelijk een man van in de veertig en een meisje van 14 die moeten zien te overleven in een post-apocalyptische wereld. Twintig jaar voordat de game zich afspeelt, is een schimmelinfectie uitgebroken die mensen door middel van het inademen van sporen verandert in zombies. Uiteraard (we hebben ten slotte te maken met zombies) verspreidt het virus zich ook als een mens gebeten wordt door een ‘infected’, de voornaamste manier van verspreiding op het moment dat de game zich afspeelt. Er dwalen twee soorten infected rond in het overwoekerde Boston: runners en clickers. Eerstgenoemden zijn mensen die pas net geïnfecteerd zijn en op zich nog redelijk menselijk zijn. Ze zijn nog gewoon met de vuisten neer te slaan en je bent niet per definitie ten dode opgeschreven als een runner je aanvalt. Anders is dat met de clickers. Bij deze wezens woekert de infectie al een stuk langer, wat te zien is aan de hoeveelheid paddenstoelen (het blijft natuurlijk een schimmelinfectie) die hun hoofd overwoekert en te herkennen aan het klikkende geluid dat ze maken. Clickers hebben door hun begroeiing namelijk hun zicht verloren, en sporen je nu op door middel van geur en sonar, vandaar het klikkende geluid. Krijgt een clicker je te pakken, dan ben je gewoon de lul. Dan ben je gewoon dood, klaar. Dat is op twee manieren te voorkomen: door heel zachtjes langs ze te sluipen, óf door ze met een mêlee-wapen of een geweer om zeep te helpen. Je blote knuisten richten, in tegenstelling tot bij runners, niets meer uit.
Maar ja, in een wereld die al twintig jaar niet meer draait zoals wij op dit moment gewend zijn, zijn wapens natuurlijk nogal schaars. In verlaten gebouwen zijn sporadisch wat wapens en munitie te vinden, de beste kans heb je door ze af te pakken van (de lijken van) andere mensen die proberen te overleven buiten de door het leger afgezette gebieden. Aangezien die buitenwereld een situatie van leven en dood is, moet je dus ook juist géén hulp verwachten van anderen die niet geïnfecteerd zijn, maar eerder een vijandige houding. Hetzelfde geldt overigens voor het leger, dat alles wat buiten de secured zones beweegt kapot schiet.
Zíj hebben wél genoeg materieel. Joel en Ellie moeten echt heel rustig aan doen met munitie, slimmer is om zelf wapens te maken van spullen die je onderweg vindt. Je kunt je voorstellen wat voor wapen je kunt maken van bijvoorbeeld een stok, een rol tape en een schaar. Echter is het ook mogelijk dat je van dezelfde spullen verschillende voorwerpen kunt maken. Zo kan je van een doek en alcohol een medkit maken, maar kun je als je toevallig ook nog een lege fles bij je hebt er ook voor kiezen om een molotovcocktail in elkaar te draaien.
Die mate van vrijheid zorgt ervoor dat je zelf je speltactiek uit kunt stippelen. Wil je alles sneaky doen en zo veel mogelijk infected ontlopen, of kies je juist de aanvallende tactiek en brand je ze allemaal plat? Het zorgt voor de nodige variatie in de gameplay die soms wat repetitief aan kan gaan voelen. Dat je nét iets te lang bezig bent met dezelfde soort opdrachten. Dit wordt overigens heel goed opgevangen door de prachtige omgevingen, de sfeer en het verschil in omgevingen, maar het was toch een puntje dat ik even aan wilde halen. Net als de AI die niet altijd even snugger is. Zo gebeurde het dat een infected mij in de smiezen kreeg en op me af kwam gerend, ik een lege fles achter hem gooide en hij vervolgens mij vergat, omdraaide en op de glasscherven af liep. Daarnaast is de besturing af en toe wat omslachtig. Zo vereist het wisselen van wapens van dezelfde soort (twee verschillende soorten pistolen bijvoorbeeld) eerst het indrukken van de D-pad, vervolgens het inhouden van X en daarna nog het kiezen van het gewenste nieuwe wapen met de D-pad of analoge stick. Dit had prima met één of als het echt niet anders kon twee drukken op de knop gekund.
Bovengenoemde minpunten zijn slechts kleine smetjes op een game die verder in alles wat hij doet enorm groots is. Niet alleen de eerder genoemde setting, sfeer en acteerprestaties van de voice-actors, maar ook de bloedmooie graphics, de levensechte gezichtsanimaties (het gezicht van een man die door Joel gewurgd wordt is indrukwekkend, maar absoluut niet prettig om te zien) en kleine details als met de controller op je hand moeten tikken als je zaklamp ermee kapt (zoals je vroeger in de goeie, ouwe tijd in het echt deed) maken The Last of Us tot een ervaring die iedere PS3-bezitter mee moet maken. Of zelfs een game die twijfelaars het laatste zetje geeft om aan het eind van de cyclus alsnog een PS3 in huis te halen.
[review pros=”+ Emotionele achtbaan
+ Sterk verhaal
+ Prachtige graphics” cons=”- Gaat je misschien wat zakdoekjes kosten” score=95]