Ik hou van videogames. Boem, open deurtje ingetrapt. Ik hou van het feit dat ik toch al een aantal jaartjes aan het spelen ben en in die tijd het medium stevig heb zien evolueren, niet altijd ten goede, maar steeds interessant. Ik hou van de vroege herinneringen aan Sonic the Hedgehog door een geflipt Casino leiden of met Solid Snake uit een ondergrondse basis ontsnappen in een jeep, aan de eerste keer dat ik de themamuziek hoorde van Kingdom Hearts. Ik hou ook van de recentere momenten. Met een geschifte Redneck op een motorfiets een trein achterna zitten of dat ene moment in BioShock Infinite waarop ik dacht het plot te begrijpen en ik vervolgens net als Alice door een konijnenpijp tuimelde. Waar ik ook van hou zijn documentaires, maakt eigenlijk niet uit over wat. Dolfijnenvangst in Japan, het gezondheidssysteem in de verenigde Staten, Apartheid in Zuid Afrika, eender welk thema dat me een beetje intrigeert is het waard om me in te verdiepen. Wanneer je die voorliefde voor gaming koppelt aan een grote interesse in het betere documentairewerk krijg je uiteraard het perfecte excuus voor een feature waarin ik enkele markante videogamedocumentaires aan je voorstel.
Video Games: The Movie
Dat is een brede titel, is het niet? Daar schuilt een tikje het probleem met deze via Kickstarter gefinancierde documentaire: ze probeert letterlijk meer dan dertig jaar in honderd minuutjes te proppen. Het resultaat is eerder lachwekkend dan goed en dat is stiekem de reden waarom ik deze in het lijstje opneem. Om te beginnen zit de toon volledig verkeerd en gaat het narratief van de hak op de tak. Een segment dat aangeeft hoe cool gaming tegenwoordig is dankzij aandacht van talkshowhosts als Conan O’Brien en Jimmy Fallon gaat stuitend over in een topic rond de controverse die Mortal Kombat in de jaren negentig opwekte en de hetze rond geweld in videogames. Het voelt allemaal net een tikje te oppervlakkig en makkelijk aan, als een spreekbeurt die iemand voor school gemaakt heeft, inclusief de statistiekenspreadsheets. Een beetje gamer met weet van zaken ontdekt op deze manier nauwelijks iets en moet het vooral doen met het gejubel van de geïnterviewden. Iconen als Cliff Bleszinski , Wil Wheaton en David Perry en nog vele, vele anderen komen aan het woord, maar in essentie zegt iedereen hetzelfde, videogames zijn het einde. Ik begrijp dat, ik deel grotendeels die mening, maar de manier waarop het medium hier op een voetstuk geplaatst wordt is afhankelijk van je gemoed ofwel tenenkrommend ofwel gewoon hilarisch. De docu vertelt je wel dat games kunst zijn, maar faalt er in zijn oppervlakkigheid gewoon in om dat ook echt te tonen, daar kan geen enkele quote van Ghandi iets aan veranderen.
Indie Game: The Movie
Jeetje, opnieuw? Hoewel deze docu de naam wat tegen heeft staat ze volledig los van de vorige besproken titel. Los van gelijkenissen in de titel en het feit dat ook dit haar oorsprong vond via Kickstarter, is dit een volledig uniek beestje geworden. Het leuke aan deze docu uit 2012 is dat we ondertussen wel weten hoe het de ontwikkelaars en de games die in deze documentaire gevolgd worden vergaan is. Tijdens de film wordt Team Meat gevolgd tijdens het maken van hun Super Meat Boy, en de ondertussen legendarische Phil Fish tijdens zijn werk aan het al even legendarische Fez. Beide games zijn unieke 2D platformers geworden die tonnen verdiende lof gekregen hebben, maar zelfs als je niks met de games hebt is dit fascinerend kijkvoer. De film heeft het eigenlijk niet echt over de games zelf, maar legt de focus op de zij die er hun hart en ziel in gestopt hebben en dat levert een boeiende kijk op getalenteerde mannen die ontdekken dat louter talent niet genoeg is om het te maken in de industrie. Obsessie, zelfhaat, faalangst,… stuk voor stuk thema’s die aan bod komen in deze documentaire die ook fungeert als een blik achter de schermen. Zien hoeveel moeite het de jongens van Team Meat kost om voldoende promotie voor hun game bij elkaar te krijgen toont een kant van de gamesindustrie die je tijdens het spelen van een game nooit beseft. De film bevat wel meer van dit soort krachtige momenten, zoals wanneer Phil Fish moet omgaan met het constante crashen van zijn geanticipeerde game op de PAX-East-beurs; bijna hartbrekend. Deze blik op de gepassioneerde mannen achter enkele van de meest gelauwerde indiegames van de laatste jaren is zeker een aanrader.
Atari: Game Over
Deze erg recente docu vertelt het ware verhaal achter één van de meest legendarische verhalen uit de gamesindustrie, dat van E.T. . De legende ging vele jaren dat de E.T.-game van Atari in ’82 van zo een slechte kwaliteit was dat de gigant het spel aan de straatstenen niet kwijt kon. Atari, die op dat moment tachtig procent van de industrie in handen had, ging eraan kapot en dat veroorzaakte de grote implosie van de videogamesindustrie. En die miljoenen onverkochte exemplaren van E.T.? Die werden stilletjes in een anoniem massagraf gedumpt in de woestijn van New Mexico, game over. Deze erg entertainend gemaakte documentaire doet het volledige verhaal rond de ondergang van Atari uit de doeken en brengt ook nieuwere feiten aan het licht die belichten dat er wel meer aan de basis lag van het einde van het bedrijf dan één rotspel. De film heeft tal van weetjes in petto zoals hoe de ontwikkelaar de ambitie had om op vijf weken een avonturenspel te maken terwijl Spielberg gewoon een Pacman-kloon had besteld en neemt je als kijker op een trip van het nostalgisch tijdperk van de beginjaren van de industrie tot een opgraving in de woestijn. Het is een docu die met de nodige humor gemaakt is, maar ook eentje die het humane aspect van mensen die hun baan of droom zien uiteenspatten niet uit het oog verliest.
https://www.youtube.com/watch?v=rIaWAyHIqok&spfreload=10
The King of Kong: A Fistful of Quarters
Uiteraard is een feature als dit niet compleet zonder het even over The King of Kong te hebben. Dit is een documentaire die constant aanvoelt als een mockumentary, het soort film waarin je Ben Stiller en Will Ferrel zo de hoofdrollen in ziet vertolken. Het uitgangspunt is de subcultuur van arcade-gaming en vooral hoe competitief er in het wereldje op highscores gejaagd wordt. De arcadekast van Donkey Kong fungeert in de docu als een soort heilige graal waarbij de topscore al sinds de jaren tachtig ongenaakbaar blijft. Enter Steve Wiebe, een werkloze Average Joe die als een tijdverdrijf besluit een gooi te doen naar de topscore van de arcadekast. Wiebe is een goeie gamer, eentje die echt een kans maakt op het record en dat trekt al gauw de aandacht van regerend kampioen Billy Mitchell. Dat Mitchell geen gewone kerel is, dat is een understatement van heb ik je daar en dat zorgt dat je met groeiend ongeloof kijkt naar hoe zich één van de meest bizarre vetes ooit ontvouwt op het scherm. Eigenlijk kun je deze docu nog het beste omschrijven als een soort Rocky met arcadekasten met Steve Wiebe in de rol van hard trainende underdog en Billy Mitchell als een over the top arrogante slechterik. Het resultaat is een documentaire die nauwelijks informatief te noemen valt en ongetwijfeld bijgekleurd is om narratieve smaak toe te voegen, maar wel eentje die je nooit meer vergeet. Op het einde van de rit zit je op het puntje van je stoel te supporteren voor een simpele kerel die op een arcadekast aan het rammen is, en dat maakt van The King of Kong zo een heerlijke ervaring.
Met uitzondering van The King of Kong zijn alle besproken documentaires momenteel te bekijken op Netflix. Uiteraard is dit slechts een selectie en zijn er nog andere aardige docu’s te ontdekken zoals I Am Street Fighter, of Frag die het vizier op professionele spelers richt. Kennen jullie er nog eentje, of heb jij een favoriete docu die ik over het hoofd gezien heb? Laat het horen in de comments.<