Na first-person shooters ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, het heden en de nabije toekomst, heeft Ubisoft besloten om het met Far Cry Primal over een compleet andere boeg te gooien. Back to basics in de puurste betekenis; geen gadgets of andere snufjes, geen geweren, geen vastgelegde route. Sterker nog, überhaupt geen infrastructuur. De Franse studio neemt een groot risico en dan kan het balletje eigenlijk maar twee kanten op rollen…
Dat de Far Cry-franchise in haar eigen stramien vast zat, was in het vierde deel overduidelijk terug te zien. Er werd veel geleund op bewezen successen uit eerdere delen, wat beklag over gebrek aan vernieuwing en verwijten met betrekking tot het uitmelken van de franchise tot gevolg had. Ergens absoluut terecht, maar Far Cry 4 was allerminst een slechte game. De signalen van de consument en gamejournalisten kwamen echter duidelijk aan bij Ubisoft, want opeens was daar uit het niets Far Cry Primal. Door sommigen vanwege de compleet afwijkende prehistorische setting ontvangen als een add-on, maar het bleek wel degelijk een op zichzelf staande retail release. Naar mate nieuwe trailers en gameplaybeelden verschenen, ontstond er stiekem toch een lichte buzz. Kon dit de vernieuwende frisse wind zijn die de setting zo hard nodig had?
Primal laat het overduidelijk flink waaien. Je neemt de controle over Takkar, een oermens van de Wenja-stam die in de steentijd leeft, pakweg zo’n 10.000 jaar voor Christus. De stam is versplinterd geraakt over een groot gebied waarin twee vijandelijke stammen de dienst uitmaken. Werk aan de winkel dus voor Takkar: een nieuw Wenja-dorp stichten en van daaruit de verloren stamleden terug naar huis halen. Vanaf het moment dat je je eerste stappen in het prehistorische land Oros, het gebied waarin de game zich afspeelt, zet, word je erdoor opgezogen. Ubisoft heeft een weergaloze digitale, open steentijd-wereld gecreëerd waarin het absoluut geen straf is om rond te lopen. De (bijna) ongerepte natuur zorgt er, in combinatie met de loslopende (wilde) dieren, voor dat je je in eerste instantie in een compleet ander spel dan een Far Cry-titel waant. Maar zodra de game na de tutorial een beetje op gang begint te komen, worden de slingers voor het feest der herkenning langzaam maar zeker opgehangen.
De grootste rol in de game is weggelegd voor het jagen en alles wat daarmee te maken heeft. Echter zit er nu, in tegenstelling tot bij eerdere Far Cry-titels, voor het eerst echt goede logica achter. Natuurlijk moet je een hert schieten met pijl en boog, want je hebt huiden nodig om je dorp op te bouwen. En jagen met je blote handen gaat natuurlijk niet, dus voordat je daarmee kunt beginnen moet je eerst hout, stenen en riet verzamelen zodat je een pijl en boog kunt maken. Logische stappen die niet geforceerd maar juist authentiek aanvoelen. Door de uitgebreide mogelijkheden om wapens te maken (denk behalve een pijl en boog bijvoorbeeld aan een bijl, een speer of een bijenbom… Ja, een bijenbom) en te upgraden is dit ook iets wat niet snel gaat vervelen. Tijdens je missies ben je dan ook constant bezig met spullen verzamelen en op dieren -en soms ook mensen- jagen.
Sleutelrol daarbij is weggelegd voor de functie ‘jachtinstinct’, waar met een druk op je rechter analoge stick de wereld een grauwe look krijgt en verzamelbare spullen en dieren geel, en te volgen sporen rood oplichten. Dit maakt het makkelijker om items en dieren te vinden, wat een welkome functie is omdat niks echt een vaste locatie heeft. Ook als je later in het spel een upgrade vrijspeelt waarmee je items op je map kunt zien in de vorm van een icoontje, blijft het een van je meest gebruikte vaardigheden.
Toffer is het echter wanneer je leert om wilde dieren te temmen. Dat begint met een uil waarmee je in vogelvluchtperspectief -ook in combinatie met jachtinstinct- je omgeving kunt afspeuren naar items, prooien of vijandige stamleden. Vooral dat laatste is erg handig om niet in een onverwachte hinderlaag te lopen, voor de rest is het niet iets wat je heel vaak zult gebruiken. De mogelijkheid om wilde dieren die je tegenkomt te temmen, is dat wél. Het temmen zelf gaat eigenlijk ietsje té gemakkelijk, simpelweg door een knop een paar seconden ingedrukt te houden, en hoewel het heel handig is om een getemd dier voor je te laten jagen of op vijanden af te sturen, haalt het op momenten net iets teveel uitdaging uit het spel.
Neemt overigens niet weg dat je liever de benen neemt als er een sabeltandtijger, mammoet of, nog erger, vijandig (kannibalistisch) lid van een andere stam op je af komt stormen. Net als Oros zijn ook diens bewoners, en dan vooral de dieren, prachtig en realistisch vormgegeven. Grafisch is Primal dan ook een echte hoogvlieger, van de dynamische zonsopkomst en -ondergangen tot de vacht van een witte wolf. Je krijgt bijna het gevoel dat je je daadwerkelijk 12.016 jaar terug in de tijd bevindt. Des te jammerder is het dan ook dat de basis-gameplay eigenlijk weinig veranderd is ten opzichte van de voorgangers. We hadden bijvoorbeeld graag gezien dat het crafting-systeem wat meer diepgang had gekregen en het standaard verkennen van de map aan de hand van bakens op een andere manier was vormgegeven. De bekende losse missiestructuur kan, zeker door de afwezigheid van paden en wegen, soms ook een tikkeltje te overweldigend overkomen. De eerste paar uur van de game zijn alle (zij)missies nog aardig te overzien, maar daarna raken het overzicht en het verschil tussen hoofd- en zijmissies een beetje zoek. Wat daarbij niet meewerkt, is dat de missies op den duur ook wat repetitief aan gaan voelen; het komt vaak toch neer op ‘zoek persoon x en leg hem om’ of ‘ga naar locatie y en vind daar object z’. De kick van de schaarse bossfights zorgen samen met het vinden en temmen of villen van zeldzame dieren voor de afwisseling waardoor de game toch blijft trekken. Niet in de minste zin aangevuld door de eerder genoemde geweldig neergezette setting en diens sfeer.
De genoemde nadelen wegen echter niet op tegen de frisheid die het spel krijgt door de vernieuwde, of eigenlijk verouderde setting. De manier van spelen voelt logischer aan en beter passend in het geheel. Gamers die op zoek zijn naar een totaal nieuwe ervaring op gameplay-gebied doen er goed aan om even wat kijkwerk op Twitch en YouTube te verrichten voordat ze Primal aanschaffen, maar liefhebbers van het genre en vooral de prehistorie gaan ondanks de minpuntjes absoluut veel plezier beleven aan deze titel.