Er is een reden waarom mijn Xbox 360 nog steeds niet verbannen is naar de logeerkamer, opdezelfde manier waarop de PS3 de aftocht heeft moeten blazen toen grote broer PlayStation 4 zijn intrede deed. De Xbox 360 is jaren mijn go to console geweest en door de jaren heen heb ik simpelweg te veel games voor het ding verzameld waar ik maar geen afstand van kan doen. Het is niet zo dat ik constant alles zit te herspelen -dat is mijn stijl niet- maar het is eerder het idee van weten dat je die pareltjes nog steeds ergens hebt liggen en gewoon kan opstarten wanneer je daar zin in krijgt. Soms moet je gewoon even kunnen terugkeren naar een oude liefde.
Ongetwijfeld één van de grootste van die oude liefdes is de Orange Box. Een game waar ik met toenmalig GPN Hoofdredacteur hevige discussies over gehad heb toen het in 2007 verscheen voor Xbox 360. Ik deed de review en had daar het behoorlijk ronde cijfer 100 bij gezet. Volgens Jeroen iets dat eigenlijk not done was. Hoe kun je nou een game de volle honderd geven? Perfectie bestaat niet als het op games aankomt, er zijn altijd kleine foutjes en minpunten te bespeuren. Klopt volledig, maar soms, heel soms, komt er een game die je zo weet mee te slepen dat je gevoelsmatig gewoon niet anders kan dan er een perfecte score op kleven. Soms moet je gewoon die honderd durven geven, net zoals je een dikke nul moet durven geven als je een wangedrocht als Rambo op je bord krijgt.
De Orange Box dus, een game die in essentie een compilatie is uit de lang vervlogen tijd dat Valve nog één van de meest vooraanstaande ontwikkelaars was en niet louter bezig was het geld te tellen dat ze binnen halen met Steam. De hoofdmoot van die compilatie is uiteraard Half Life 2 en haar uitbreidingen. Nou moet ik eerlijk opbiechten dat ik indertijd niet bepaald een gaming pc had, maar dat ik Half Life 2 een jaartje eerder wel al had gespeeld op de oude Xbox via een port. Crappy graphics, een stotterende framerate, Half Life 2 is eigenlijk gewoon geen game die om te porten viel naar die oude baksteen die de originele Xbox was, en toch hield ik bij die eerste spelbeurt enorm van Half Life 2. Beeld je dus in hoe vrolijk ik van de game werd toen ik het eindelijk met competente graphics en een degelijke framerate te spelen kreeg. Yup, meer dan negentig van de honderd punten waren al in het mandje voor de Orange Box met Half Life 2 alleen.
Rijst natuurlijk de vraag: is Half Life 2 anno 2016 nog steeds vet om te spelen? Het voelt eerlijk waar aan als een reliek uit een vorige tijd. Niet omwille van de graphics, want die zijn, op wat kale omgevingen af en toe, nog steeds meer dan behoorlijk. Dat de game er nog steeds zo aantrekkelijk uitziet is echt wel een toonbeeld van hoe indrukwekkend die engine meer dan tien jaar geleden was, dat is zeker. Nee, het is vooral het feit dat ze tegenwoordig gewoon dit soort lange verhalende shooters niet meer maken. Wolfenstein is eigenlijk de enige die ik kan bedenken die nog maar in de buurt komt. Het valt gewoon erg hard op dat Half Life 2 een game is die het aandurft om stevig gas terug te nemen en gewoon het verhaal te laten ontplooien. Je bent niet constant aan het schieten en rennen, soms ben je gewoon even in een laboratorium kennis aan het maken met Alyx Vance en de rest van het verzet of speel je een bizar potje basketbal met een robothond. Wat ook nog steeds opvalt is hoe gevarieerd de game aanvoelt in haar bijna 20 uur durende speelduur. Van het dystopische City17 in het begin, tot en met een geïmproviseerde hovercraft door riolen en kanalen sjeezen en van het klauteren over een instortende brug tot een grootscheepse aanval op het gebouw waar dr Breen zich schuil houdt. Half Life 2 is een lange weg die steevast kronkelt, er zitten zelfs stukjes heuse survival horror in met een uitstap naar een slaperig dorpje bevolkt door facehugzombies. Wat ook nog steeds indruk maakt is uiteraard de Gravity Gun. De coolste gun die ooit in een game gezeten heeft? Dat wapen waarmee je vijanden kon laten disco dansen in Ratchet & Clank was wel stoer, maar de Gravity Gun is toch nog in een andere klasse. Het idee is dan ook heerlijk simpel: zuig wat er in de buurt ligt naar je toe en vuur het vervolgens als projectiel af. Leuk met bijvoorbeeld een wasbak, maar helemaal geniaal als je exploderende vaten of cirkelzagen gaat gebruiken.
Episode 1 en 2 zijn uiteraard de uitbreidingen voor Half Life 2 die gewoon op de disc staan, maar die hebben iets bitterzoets voor me. Ze zijn zeker en vast meer dan het spelen waard, en hoewel Ep 1 qua kwaliteit een dipje heeft, toch duidelijk van hetzelfde niveau als Half Life 2. Vooral Episode 2 zit ijzersterk in elkaar en dat maakt het des te triester dat de game eindigt op een hartverscheurende cliffhanger die tien jaar later nog steeds hangende is. De beloftes van drie uitbreidingen voor Half Life 2 werd door Valve in de wind geslagen, en een mogelijke Half Life 3 zoals al jaren gehint en gehoopt wordt door fans? Zolang Valve het druk blijft hebben met geld rapen via Steam vrees ik ervoor. We krijgen nog eerder een vervolg op Beyond Good & Evil van Ubisoft (nog zo een grap) dan dat we het vervolg op de avonturen van Gordon Freeman te spelen krijgen.
Laat dat echter de sfeer niet drukken want er is uiteraard nog meer te spelen op de Orange Box. Team Fortress 2 wordt helaas nauwelijks nog gespeeld, omdat we ondertussen bijna tien Call of Duty’s verder zitten en het consolepubliek de game al lang vergeten is. Maar wacht, er is nog steeds Portal. Whiiiiiiiiiiii. Het is leuk om te zeggen dat Portal ook bijna tien jaar later nog steeds erg overeind blijft. Het concept van puzzels oplossen om uit kamers te ontsnappen middels een gun die portalen afvuurt is nog steeds heerlijk simpel qua opzet en duivels complex qua uitvoering. Dat niet alleen, maar de humor van computerstem Glados die je op cynische wijze blijft aanspreken en je taart belooft werkt nog steeds heerlijk. Dit doet je echt zin krijgen om het nog betere, meer uitgebreide Portal 2 weer op te starten. Welk cijfer zou ik tegenwoordig dus op deze Orange Box kleven? Yup, nog steeds die volle honderd.