De afgelopen week ben ik druk in de weer geweest met de SNES Classic, het kleine hebbedingetje van Nintendo dat enkele van de beste games uit lang vervlogen tijden in de spotlights zet. Het is verbazend hoe sommige van die games, terwijl je de pixels haast kan tellen, gameplaytechnisch nog steeds staan als een huis. Het is een heerlijke brok nostalgie om je tanden in te zetten, maar ook eentje die doet smaken naar meer. De voorbije dagen ben ik meermaals aan het wegdromen geweest, terugdenkend aan heerlijke games die me vroeger in hun greep hielden. Zou het niet zalig zijn om sommige van die ervaringen opnieuw te krijgen? In deze feature belicht ik enkele van die oude favorieten die al jaren van het toneel verdwenen zijn. Games waar ik dolgraag een nieuw deel, of remaster te spelen van zou krijgen.
MediEvil
Weinig games sprongen in de hoogdagen van de PSOne zo in het oog als dit MediEvil. Wanneer je hoofdpersonage een skelet in een harnas is die op een kerkhof ondoden in elkaar hakt met een groot zwaard durft dat wel eens opvallen. Op papier klinkt zoiets als een “stoere” game, maar in de praktijk…niet bepaald. Zie je, hoofdpersonage Daniel Fortesque is ietwat van een lafbek die behoorlijk onheroïsch de laan uitging. Door een toeval komt zijn lijk tot leven en nu hij toch al dood is besluit hij dan maar om de boze tovenaar Zarok te stoppen. Het is niet alsof hij er nog veel bij te verliezen heeft, nietwaar? Nou is MediEvil een behoorlijk rechtlijnig avontuur, een combinatie van hack and slash en avonturengame, maar het is wel eentje dat opvalt met haar stijl en sfeer. De hele spelwereld van Gallowmere lijkt recht uit een Tim Burton-film getrokken en dat maakt samen met de tongue in cheeck humor een goeie game memorabel. Nou is het al sinds de PSP-remake van 2005 geleden dat we Sir Dan nog eens in actie zagen, dus een nieuw deel lijkt hoog gegrepen, maar een stevige HD-remaster die de game en haar toffe sequel bundelt zou best kunnen scoren.
No One Lives Forever
Lang voor Monolith de deprimerende duisternis van Condemned en F.E.A.R. in trok stond de ontwikkelaar bekend voor een heel wat luchtiger reeks genaamd No One Lives Forever. De game en haar sequel kun je nog het best zien als een kruising tussen James Bond en Perfect Dark overgoten met een humoristisch sausje. No One Lives Forever is een goed gemaakte spionage shooter vol heerlijke gadgets als ontplofbare lippenstift, maar het is vooral een heerlijk geschreven game die boordevol lekker foute humor zit. Hoofdpersonage Cate Archer wordt door haar mannelijke superieuren constant onderschat, maar komt steevast intelligenter en vindingrijker uit de hoek wat het een opvallend feministische game maakt, maar los daarvan is het gewoon dikke fun. De game geeft je tal van gadgets en honderden kogels om de klus te klaren en geniet er duidelijk van om tegelijk hommage en parodie te zijn op de James Bond’s van deze wereld. Het is het soort game waarin je het ene moment een conversatie hoort tussen twee huurlingen waarin ze de sociologische natuur van criminaliteit vergelijken met hun eigen carrierekeuzes, en vervolgens gedrogeerd wordt en overal groene en blauwe geiten ziet. Dat soort dingen in combinatie met ijzersterke gameplay en toch wel sterke verhalen maken van No One Lives Forever toppers. De kans dat we ooit een derde deel krijgen lijkt echter klein nu Monolith druk aan het scoren is met de Shadow of Mordor-games.
Timesplitters
De drie Timesplitters-games zijn drie van de leukste shooters ooit gemaakt. Nou besef ik maar al te goed dat veel van de populariteit van deze games komt door de uitgebreide multiplayer die het summum was van ouderwets spelplezier, gewoon samen op de bank in splitscreen met bots die je kon aanpassen in moeilijkheid. Dient het gezegd dat deze games komen van hetzelfde team dat verantwoordelijk was voor Goldeneye en Perfect Dark? Voor mij blijft Timesplitters 2 nog steeds de beste in de reeks en eén van de beste shooters ooit gemaakt. De game kwam uit net toen Halo kwam aanzetten, en hoewel ik ook dat eén van de beste shooters ooit vind, is het duidelijk dat het genre sinds Master Chief stukken serieuzer geworden is. Tegenwoordig moet alles zo gewichtig mogelijk, het liefst met een zo donker mogelijk kleurenpallet. Ten tijde van Timesplitters mocht alles nog wat idioot en kleurrijk zijn. Nu ben ik uiteraard wel bezig over die legendarische multiplayer, maar het is toch ook die singleplayer die blijft hangen bij me. Het concept van tijdreizen zorgt voor tonnen variatie en zo komt het dat je in het ene level in de Notre Dame op monsters aan het vuren bent om een uur later in het Chicago van de jaren 30 met een tommygun gangsters af te knallen en nog later in het wilde westen of tussen Azteekse ruïnes beland.Dat maakt Timesplitters zo memorabel, maar ook de verdomde generositeit van de game. Heel de campaign is in co-op te spelen, er is een editor om zelf je missies mee te maken en zomaar eventjes 16 multiplayer-modes waarvan sommige nog steeds erg slim zijn. Die ene mode waarin de speler met de laagste ranking op de map hulp krijgt van gewapende apen blijft voor altijd in mijn hart zitten bijvoorbeeld. Wat de toekomst betreft liggen de rechten van de reeks bij Crytek, en gezien die studio het financieel zwaar heeft ziet het er niet rooskleurig uit. Er is een lichtpuntje en dat is dat enkele fans al jaren werken aan een project genaamd Timesplitters Rewind dat een herwerking wordt van de beste multiplayer-modes en maps uit de drie games, maar wanneer die het daglicht zal zien blijft gissen.
https://www.youtube.com/watch?v=I4F9-mNv1M4
Stuntman
Games zijn makkelijk in een hokje te plaatsen. Dat is een shooter, dit een action adventure, racegame, sports, puzzel. Stuntman laat zich echter moeilijker omschrijven. Je rijd zo hard je kan met diverse voertuigen, dus dat maakt het een racegame? Niet bepaald. In Stuntman neem je namelijk de rol aan van een..ja hoor…stuntman op een filmset. Dat betekent dat je achter het suur van een bolide geplaatst wordt en je gewoon de toegeschreeuwde bevelen van de regisseur moet opvolgen. Maak een 180 graden bocht, slalom tussen die voertuigen, maak die sprong, ram dat bushokje!!! Zo snel en zo foutloos mogelijk. Klinkt behoorlijk uitdagend en dat is het ook. Er is bitter weinig marge voor fouten in Stuntman, mis je een belangrijk component van de scene dan wordt er gecut en mag je opnieuw aan de bak. Je moet dus constant op de retry knop drukken en met veel trial en error je parcours verfijnen. Ik weet dat veel mensen een hekel hebben aan dat soort gameplay (dat is ook de reden van de zwakke verkoopcijfers), maar ik ging er helemaal los op. Dat de game erg leuke hommages bracht aan films als Indiana Jones en James Bond-films was voor mij een grote aantrekkingsfactor. Met een tuk tuk door een Aziatische stad of een muscle car Dukes of Hazard gewijs door het Amerikaanse platteland of een sneeuwscooter langs een gletsjer, de game stak lekker veel variatie in haar stuntwerk. Hoogtepunt en loon naar werken was uiteindelijk de trailer van de film waar je aan werkte. Een parodie op blockbusters die jouw stuntwerk netjes mengde met beelden van de film. Door de tegenvallende verkoopcijfers van sequel Stuntman: Ignition lijkt een nieuw deel ruim tien jaar later een utopie, maar dat het een titel is waar ik nog vaak met fijne herinneringen aan terug denk is zeker.
Uiteraard zijn deze vier games slechts een fractie van de vele fijne games waar ik wat graag een nieuw deel van zou smaken, maar dit waren de eerste die spontaan in me opkwamen. Ook dit zijn games uit een ander tijdperk en de vraag is maar of ze anno 2017 nog dezelfde impact zouden hebben. Dat ze echter voor altijd een warme plek in mijn gamerhart zullen blijven behouden, dat is zeker.