Stiekem mogen we best wel een beetje eergevoel hebben over het feit dat een van de meest toonaangevende launchgames van de PlayStation 4 van Nederlandse makelij is. Niet eens stiekem eigenlijk, we mogen gewoon trots zijn dat Killzone: Shadow Fall vaak zelfs wordt bestempeld als game die je het beste kunt kopen bij Sony’s nieuwe console. Maar ligt dat wel aan de kwaliteit van de game zelf of heeft het meer te maken met de kwaliteit van de andere launchtitels?
Tussen al het next-gen geweld op de afgelopen E3 was Killzone: Shadow Fall een van de titels die het meest in het oog sprong. De real-time gameplay demo (Guerrilla lijkt geleerd te hebben van de pre-rendered demo van Killzone 2 op de E3 van 2005) liet vooral de monden openvallen vanwege de prachtige graphics, die deze keer dus wél echt in-game waren, maar ook de openheid van de speelwereld viel op.
In tegenstelling tot in de eerdere delen, word je namelijk niet meer gepusht om een objective op een bepaalde manier te voltooien. Je kunt ervoor kiezen om gewoon recht voor z’n raap op je doel af te gaan en alle Helghast die voor je geweer komen neer te maaien, maar je kunt het ook tactischer aanpakken en stilletjes om hen heen sluipen. Of ze van de flank aanvallen, waarbij je geholpen wordt door je OWL, een persoonlijke drone die vier verschillende handige foefjes heeft. Door naar boven, onderen, links of rechts te vegen op de touchpad op de DualShock 4 kun je de OWL de door jou geselecteerde vijand aanvallen (waardoor je hem zelf kunt flanken omdat hij afgeleid is), tijdelijk stunnen, een schild voor je opwerpen of een zipline gebruiken.
Zo gebruikte ik de zipline in een van de eerste levels om vanaf een hooggelegen rots een Helghast control tower in de lager gelegen jungle te enteren. De Helghast die de toren bemande sprong ik in zijn nek, mesje erin, niemand die iets doorhad. In de kleurrijke (jawel, Killzone en kleurrijk) jungle liet ik mijn OWL een groepje Helghast aanvallen, terwijl ik zelf via een andere kant langs hen sloop en stapje voor stapje dichter bij mijn objective kwam. Het eigenlijke gebruik van de touchpad als extra knop in plaats van als gimmicky tekenplateautje is niet alleen slim, maar werkt ook nog eens lekker en intuïtief.
De open wereld en de OWL zijn nieuwigheden die van Killzone: Shadow Fall een compleet andere game kunnen maken dan je van Guerrilla gewend bent. Met de nadruk op kunnen, want niks wordt je opgelegd. Je kunt op precies dezelfde manier door de game heen raggen als je van eerdere delen gewend bent, zonder de OWL ook maar één keer te gebruiken (enkele verplichte computerhacks daargelaten). Volgens verschillende collega’s een nadeel, maar ik vind dit juist positief. Je krijgt extra keuze, niks wat eerst wel kon kan nu niet. Het zijn puur extra opties die je als speler meer vrijheid geven.
Maar is het echt next-gen? Open werelden kunnen door de boost in specs een stuk opener zijn dan op de vorige generatie consoles, maar ondanks dat voelt Shadow Fall op de graphics na niet echt aan als een next-gen titel. Deze gameplay was, zij het met enkele aanpassingen, ook prima mogelijk geweest op de PlayStation 3. Pijnlijk is het dan om te constateren dat ze AI ondanks de hoeveelheid beschikbare rekenkracht nog steeds regelmatig vreemde, onlogische keuzes maakt en jou soms niet eens opmerkt. Het zijn dit soort details die van Shadow Fall niet de killer-app maken die hij zou kunnen zijn.
Want qua verhaal zit Guerrilla duidelijk op het goede spoor. Shadow Fall staat los van de eerdere trilogie en speelt zich dertig jaar na deel drie af. De Helghast en de ISA zitten elkaar meer op de lip dan ooit, omdat de Helghast (met instemming) hun intrek hebben genomen op Vekta, slechts gescheiden van de ISA door een dikke, hoge muur. De subplots binnen deze situatie die in Shadow Fall aan bod komen voelen verfrissender aan dan de vervolgverhalen van Killzone 2 en 3 en vormen een prima basis voor (misschien wel) een volgende trilogie, al mogen de volgende games dus vooral op gameplaygebied wel wat meer hun next-gen tanden tonen.
Maar, next-gen of niet, uiteindelijk gaat het om de hoeveelheid lol die een game je biedt. En dat biedt Shadow Fall absoluut. Geen echt baanbrekende lol, maar gewoon leuke lol. In de singleplayer niet optimaal door de eerder genoemde foutjes, maar de multiplayer speelt weer ouderwets lekker weg. De guns zijn weer volop te customizen, de bewierookte Warzone-mode (waarin je constant nieuwe, wisselende uitdagingen moet voltooien) zorgt weer voor het nodige plezier en de ‘standaard’ modi als Team Deathmatch en free for all doen wat ze moeten doen. Ook in de multiplayer zijn de levels een stuk groter en opener geworden, wat in dit geval misschien nog wel lekkerder werkt dan dat in de singleplayer het geval is. Call of Duty is en blijft de populairste multiplayershooter, maar PlayStation 4-bezitters die eens wat anders willen, of gewoon niet van Call of Duty houden, hebben aan de multiplayer van Shadow Fall een meer dan prima alternatief.
Of het nu aan de tijdsdruk, het nog niet goed kennen van de hardware van de PlayStation 4 of aan iets compleet anders ligt: Killzone: Shadow Fall had beter kunnen zijn dan hij is. De graphics knallen op alle mogelijke manieren van je scherm, maar op gebied van gameplay gebeurt er eigenlijk niks dat we op de vorige generatie consoles niet hadden kunnen zien. Het maakt Shadow Fall echter niet tot een slechte game. Integendeel: dit is een van de beste launchtitels die je in huis kunt halen. Deels door eigen kracht, deels doordat veel andere launchtitels óf niet goed genoeg zijn óf opgepoetste ports zijn van games voor de vorige generatie consoles. En dat voel je toch wel bij Shadow Fall: hij is niet opgepoetst, maar gemáákt voor de PlayStation 4.
[review pros=”+ Grafisch top
+ Open levels
+ Gebruik DualShock 4
+ Verhaal” cons=”- Gameplay niet next-gen
– AI blijft een zwakke plek” score=82]