Ik weet nog goed dat ik als kind vaak op vakantie ging in Zeeland. In het mooie Vlissingen was een arcadehal, waar een hoop verschillende spellen te spelen waren. Niet alleen videogames, maar ook spellen als skeeball, kamelenrace en flipperkasten bijvoorbeeld. Als kind zijnde waren die uitstapjes naar de speelhal toch altijd wel een van de hoogtepunten van de vakantie. Hoewel ik geen kind meer was, ben ik onlangs wel weer naar zo’n arcadehal geweest. Het was weliswaar niet in Vlissingen, maar de nostalgische gevoelens kwamen wel weer helemaal terug bij mij. De speelhallen lijken de laatste tijd voor een gedeelte weer terug van weggeweest en er is tegenwoordig zelfs een keten in Nederland actief. Is gamen in gezelschap weer helemaal hip? Of is er wellicht iets anders aan de hand?
De desbetreffende keten zet in haar reclame-uitingen ook in op de sociale gamer. In hun reclames zien we twee jongens naast elkaar op de bank hangen: een op zijn telefoon aan het gamen, de ander zit er naast FIFA te doen. Vervolgens gaan de jongens onderweg naar de speelhal en hebben ze de tijd van hun leven. Mooie reclamepraat natuurlijk, maar toen ik laatst in die speelhal was, leek die reclame voor een gedeelte toch wel echt werkelijkheid te zijn geworden. Ik zag (groot)ouders met kinderen, groepjes jongeren, volwassen mensen en koppeltjes op date genieten van de vele spellen die de speelhal te bieden had. Zonder meteen al te veel reclame voor de speelhal te willen maken: de sfeer die er hing was een toffe.
Dat kwam voor een groot gedeelte omdat je naast echte ‘games’ ook behendigheidsspelletjes en geluksspelletjes kon spelen. Spellen waarmee je ook tickets kon winnen, die je vervolgens weer in kon ruilen voor prijsjes. Natuurlijk is in zo’n speelhal de kans dat je echt iets groots wint miniem, maar dat mag de pret voor een gedeelte niet drukken. Iedereen die wel eens op de kermis of in zo’n speelhal is geweest weet hoe het werkt. Ook al is de prijs die je wilt winnen misschien maar 5 euro waard, je kunt er best 20 euro aan uitgeven. Uiteindelijk moet en zal je dat ene prulletje winnen. Zo ging het mij vroeger, en zo gaat het nog steeds bij mij.
Maar dat winnen heeft helaas wel een keerzijde. Want de keten van speelhallen is de afgelopen tijd ook negatief in het nieuws geweest. Een aantal burgemeesters van plekken waar deze spelhallen gevestigd zijn vroegen aandacht voor de speelhallen. Zelfs in de Tweede Kamer werd er aandacht besteed aan deze speelhallen. En uit ervaring weten we inmiddels: als de Tweede Kamer iets rondom gaming zegt, dan is het meestal niet positief. De speelhallen werden onder meer kindercasino’s genoemd. Kinderen zouden gelokt worden met de tickets en de prijsjes om zo steeds meer geld uit te gaan geven. Het zou zelfs al kinderen voorbereiden op gokken met echt geld.
Ik vind dit soort kwesties altijd lastig. Natuurlijk, dit soort ‘behendigheidsspellen’ zijn er al jaren. Kijk maar naar de kermis, daar gokken we al jaren met geld om zo een prijsje binnen te halen. Aan de andere kant, het argument dat we iets al jaren doen op een bepaalde manier, hoeft niet te betekenen dat we dat de komende jaren ook maar zo moeten blijven doen. Ik moet zelf ook gewoon eerlijk toegeven dat er iets ‘verslavends’ zit in de spellen. Zeker als je net niet een hoop tickets haalt, maar er wel super dicht bij zit. Dan wil je toch het nog een keer proberen. En nog een keer. En dat gaat dan toch best wel wat geld kosten.
Aan de andere kant, voor een groot gedeelte vind ik het ook een verantwoordelijkheid van de ouders. Het is een beetje hetzelfde als bij de controversie rondom de lootboxes. Als jij als ouder het toelaat om je kind voor vele euro’s lootboxes te kopen, dan vraag ik me af of dat wel getuigt van goed ouderschap. Je moet je kinderen natuurlijk ook leren om zichzelf onder controle te houden. Bovendien is het ‘gokken’ in deze speelhallen een heel stuk anders dan het gokken in een normaal casino. De kick van het gokken in een casino is voornamelijk gericht op de mogelijkheid om geld te winnen. Bij het ‘gokken’ in een speelhal zit een hoop van het plezier ook in het spelen van de spelletjes. Bovendien zijn er in de speelhallen ook een hoop spellen te spelen waar je niet eens tickets mee kunt winnen.
De ontwikkeling dat er steeds meer speelhallen weer terugkomen in Nederland juich ik zeker toe. We moeten alleen wel in de gaten houden dat het inderdaad niet te veel gokhallen worden. Kinderen moeten niet té veel getriggerd worden, dat is natuurlijk ook weer waar. Aan de andere kant: dat er zelfs Kamervragen over de hallen worden gesteld is wel heel erg overdreven. Er zijn ook zat spellen te spelen (de meeste zelfs!) die gewoon draaien om het ‘gamen’ zelf, niet om het winnen van tickets.