Na de door velen bekritiseerde zeemissies in Assassin’s Creed III zou je zeggen dat Ubisoft weer teruggaat naar de basis van de franchise en de gameplay weer terughaalt naar het vasteland. Inmiddels weten we dat dat niet zo is: de vierde Assassin’s Creed draait om piraten en dus om zee, schepen en varen, wat ook duidelijk af te zien is aan de subtitel Black Flag. Op de Gamescom gingen we aan de slag met de PlayStation 4-versie.
De demo die we te zien kregen begon met hoofdpersonage Edward Kenway, een Britse piraat die lid is van de Assassin-Orde, aan het roer van een groot zeilschip, midden op zee tussen een groepje eilanden. De vierde Assassin’s Creed is een game met een volledig open wereld, dus we kunnen zelf beslissen waar we heen willen en wat we gaan doen. Naast de tv staat een ontwikkelaar van Ubisoft die ons tips geeft en via een tablet waypoints op onze map kan zetten. Second screen dus, en dat werkte verdomde handig. In plaats van dat je per se uit de game moet, pak je gewoon je tablet erbij en zet je een marker door simpelweg het punt waar je heen wilt even aangetikt te houden.
Gelijk valt op hoe enorm veel realistischer water kan worden weergegeven met de kracht van de next-gen consoles. Oké, het ziet er misschien niet helemaal fotorealistisch uit, maar het komt wel verdomd dicht in de buurt. Het water is overigens wel echt de uitblinker, want hoewel het er prima uitziet allemaal, waren we grafisch nog niet echt weggeblazen. Het oogt scherper dan de gemiddelde PlayStation 3- en Xbox 360-graphics, maar een hele wereld van verschil kunnen we het nou ook weer niet noemen. De graphics zullen overigens het enige verschil zijn tussen de current- en next-gen versies van deze game, de gameplay is in principe hetzelfde.
De besturing van het schip werkt lekker. Met de X-knop versnel je, het roer reageert direct en (ondanks dat we nog nooit zo’n schip bestuurd hebben) realistisch. In ieder geval op zo’n manier waarop je het zou verwachten dus. We schieten een paar schepen naar de bodem van de zee en krijgen vervolgens de objective van de ontwikkelaar om naar een scheepswrak te varen dat midden in de zee drijft. We dalen af in een soort grote omgekeerde emmer waar een luchtbel in zit, zodat we een soort onderwaterbasis hebben om op terug te vallen. Van daaruit duiken we dieper het scheepswrak in, waar we een schatkist vinden gevuld met geld. Er liggen echter wel kapers op de kust, zo moesten we ons halsoverkop uit de voeten maken vanwege een haaien-aanval. De buit: slechts een paar gouden munten. Volgende keer beter.
Daarna geeft de ontwikkelaar ons de opdracht om bij een klein eilandje aan te meren. Hier kunnen we informatie verzamelen, een bemanning rekruteren en, zoals het een echte piraat betaamt, schaamteloos zuipen. Maar niet doordat we respect van de locals op het eiland hebben gewonnen door vier van hen KO te slaan. Een soort respect-systeem dus. In principe leuk bedacht, maar een vreemdeling zou bij ons geen respect afdwingen door vier van onze bekenden in elkaar te rossen.
Hoe mooi het er ook allemaal uitziet, we zijn blij als we naar een van de drie steden in de game afreizen; Havana. Hier kunnen we eindelijk aan de slag met de oude vertrouwde Assassin’s-gameplay. De graphics laten hier ook meer indruk achter dan op zee en op het eilandje, je voelt dat dit toch echt is waar het hart van de game ligt. Het rennen over de daken voelt als vanouds en het ook hier aanwezige piratenstijltje geeft de uitstraling van de game toch iets verfrissends mee. Een soort gevoel van thuiskomen, maar wel met geverfde kozijnen, een nieuwe inrichting en een opnieuw aangelegde tuin.
Volgens Ubisoft is een verhouding van veertig procent gameplay op het water en zestig procent gameplay op land, waartot ook het verkennen van eilandjes en gebieden buiten de drie steden behoort. Hoe groot het gedeelte van de game is dat daadwerkelijk de vertrouwde Assassin’s gameplay is, is dus nog even gissen. Echter heeft Ubisoft zelf aangegeven dat ze een échte piratengame wil maken op deze manier, en we moeten ze nageven dat ze daarmee de goede kant op lijken te gaan. Alleen of het ook een echte Assassin’s-titel wordt zijn wij nog niet echt van overtuigd.
Net als zijn voorgangers gaat Assassin’s Creed IV: Black Flag ongetwijfeld een verkoopsucces worden. Niet alleen omdat de game de naam Assassin’s Creed draagt, maar ook vanwege het piratenthema dat populair lijkt te zijn onder het publiek. Het ziet er goed uit en het speelt lekker, alleen maken we ons nog een klein beetje zorgen over de balans tussen de naam en de daadwerkelijke gameplay: wordt deze game wel genoeg Assassin’s Creed?