Star Wars Battlefront van ontwikkelaar Dice is op mijn Xbox One de meestgespeelde game. Punt. Geen game weet de speelduur van die shooter te toppen. Op de tweede plek staat Battlefield 4. Wederom een game van Dice. Gaat Battlefield 1 de top drie afsluiten? De voortekenen zijn er.
Dice doet wat andere ontwikkelaars niet lijken te durven. De moderne oorlog laten ze achter zich. Geen drones die tot de tanden toe bewapend zijn. Geen exo-skeletten om jou als speler krachtiger dan ooit te maken. Geen aanval vanuit een satelliet om het speelveld te beïnvloeden. Nee, Dice grijpt honderd jaar terug in de tijd om de Eerste Wereldoorlog te tonen zoals deze was. Hard, moeilijk, grauw en meedogenloos. Een prachtige setting voor een game. De sfeer in deze oorlog is ongekend voor menig gamer. Het is de oorlog die de wereld wist te veranderen en de eerste moderne oorlog wist te worden. De intrede van tanks aan de ene kant, terwijl op andere plekken nog op paarden gevochten werd. Voor het eerst werden vliegtuigen ingezet om schade toe te brengen, terwijl wapens nog niet altijd even betrouwbaar waren. Dice brengt het op een zeer persoonlijke manier, zo blijkt al tijdens de proloog ‘Storm of Steel’. Menig soldaat zal onder jouw knoppen sterven. Het is het doel van het level om keer op keer te sterven, om alle aspecten van deze zwarte pagina uit onze geschiedenis te zien. De game drukt je meteen met je neus op de feiten door namen te noemen, geboortejaren en sterfdata. Battlefield 1 is anders.
Hoewel Battlefront en Battlefield 4 vooral zo lang gespeeld zijn door hun interessante multiplayers, ben ik nog steeds iemand die een goede singleplayer verkiest boven het spelen met anderen. Geef me een goed verhaal, een sterke setting en personages om met mee te leven, en de multiplayer is in mijn ogen meteen stukken minder interessant. Daarom ook dook ik meteen in de campagne van het spel. Waar we gewend zijn om normaal flink wat levels met eenzelfde soldaat te spelen, kiest Dice hier voor een andere aanpak. We spelen vijf kortere ‘War Stories’ met vijf verschillende soldaten. In plaats van één soldaat die (zeer onrealistisch) alle aspecten van een oorlog mee mag maken, stappen we in de schoenen van verschillende personages in andere delen van de wereld. Elk personage brengt een eigen type gameplay met zich mee. Denk aan een soldaat die onderdeel is van een tank squad en alles op alles moet zetten om met zijn tank anderen te helpen in hun strijd richting de overleving. Wie met zijn tank diep achter vijandelijke linies moet zien te komen om het zware (maar onbetrouwbare) geschut te lossen op de Duitse vijand. Dit, terwijl je in een ander verhaal juist een piloot bent, gewapend met een vliegtuig om daar oorlog te voeren. Er zijn meer manieren van spelen. Uiteraard wordt de ‘standaard first-person actie’ niet vergeten. Doordat met deze soldaten de omgevingen steeds veranderen (je speelt steeds in andere delen van de wereld), is de afwisseling qua setting groter dan ooit. En wist het mij ook langer vast te houden, want er komt steeds wat nieuws op je pad. En omdat je steeds met deze soldaten op pad gaat, lukt het Dice om het spel wat persoonlijker te maken. Je gaat meeleven met de mannen, iets wat ik nooit eerder in een dergelijke game heb gehad. Het deed me denken aan de serie Band of Brothers, maar dan een oorlogje eerder.
Door deze aanpak kan Dice daadwerkelijke conflicten tonen. Het voelt realistischer om kleinere verhalen te spelen, dan met één soldaat de gehele oorlog te winnen. De oorlog werd gestreden door vele duizenden manschappen, het ontdekken van deze verschillende kanten is dan ook een groot pluspunt. En hoewel deze oorlog vooral bekendstaat om zijn loopgraven, weet Dice ook actie buiten deze lange gangen te creëren. Misschien voelt het niet altijd even op zijn plek wanneer je in je eentje een kamp binnentrekt om daar menig hoofd van lichaam te scheiden, maar het werkt. Het voelt authentiek, terwijl we in ons achterhoofd weten dat dit niet zo is. Maar het is een logische keuze die Dice heeft gemaakt. Een hele game vanuit loopgraven op de tegenstander schieten is weinig interessant. Gelukkig levert de ontwikkelaar dan ook niet in op dat wat Battlefield maakt; de enorme schaal, de prachtige audio en graphics waar je je vingers bij af wilt likken. De grootschalige destructie is nog steeds aanwezig. Modder vliegt om je oren, het landschap verandert door de oorlog en vuur en dood liggen op de loer. Speel deze game dan ook zeker met een goede Dolby-set en je zult een diepere laag van emotie vinden. Niet langer ben je dan een digitaal personage op het slagveld, je hebt zelf het idee dat je door de blubber aan het kruipen bent. Dit in combinatie met al die oude wapens die prachtig klinken, het herladen wat minder snel gaat dan je gewend bent en zeer herkenbare omgevingen, maakt van de singleplayer een avontuur dat ik graag vaker dan eens wil beleven. Battlefield 1 laat zien hoe heftig deze oorlog was. Want hoewel we vooral naar de Tweede kijken, is de Eerste Wereldoorlog er ook eentje die de duistere kant van de mensheid liet zien. Dice weet deze vieze kant van ons wezen echter op een prachtige manier te tonen.
De singleplayer is echter geen bijzonder lange. Met een uurtje of zeven, acht ben je er wel doorheen wanneer je op de lage moeilijkheidsgraad speelt. Maar het deerde me niet, omdat elk moment speciaal lijkt te zijn. De game zit vol met memorabele momenten, momenten die ik niet snel meer zal vergeten. Met vliegtuigen tegen een ondergaande zon op elkaar jagen, complete steden die de verwoesting in worden geholpen of die fantastische eerste missie, het zijn beelden die mijn netvlies niet wilde missen. De mengelmoes van hoe mooi Dice de gruweldaden in beeld brengt is zeker ‘next level’ ten opzichte van Battlefield 4. Daarnaast weet de game ook rustmomenten te creëren waardoor je even kunt reflecteren op dat wat gekomen is, maar ook op dat wat voor je ligt. De scene met de postduif (die eerder al uitgelekt was) waarmee je over een door oorlog getroffen land vliegt is even simplistisch als briljant. Doordat de ontwikkelaar duidelijk de tijd neemt om jou de personages te laten kennen, weten ze Battlefield naar een hoger plan te tillen. Met meer cutscenes dan ik me kan herinneren uit eerdere delen, een geweldige soundtrack en cinematografie waar menig Hollywood-film nog wat van kan leren, is Battlefield 1 een ervaring die ik iedereen aan wil raden.
Uiteraard is de multiplayer voor sommige (lees: heel veel) spelers belangrijker dan de verhalende stand. En hoewel ik de multiplayer van Battlefield 1 wederom geweldig vind, is het idee dat veel mensen de singleplayer laten liggen gewoonweg jammer te noemen. Mocht je je echter volledig in de onlinestand van de game willen laten dompelen, dan is er veel te vinden waar je blij van gaat worden. Qua uniformen, wapens en omgevingen oogt de game zoals het moet en is de sfeer van de singleplayer, en de totale oorlog, nog steeds te vinden. Natuurlijk hebben we het nog steeds over een Battlefield, dus is de gameplay tussen mensen te voet, in tanks en vliegtuigen goed in balans. Daarnaast is er de behemoth, een gigantische oorlogsmachine die niet zomaar kapot te maken is en kun je zelfs Zeppelins tegen gaan komen. Het zijn geen dingen die een verliezend team meteen een overwinning garanderen, maar, bij goed gebruik, kan het toch een lichte overwinning veroorzaken. Helemaal wanneer je je bedenkt dat je deze voertuigen beter dan ooit kunt gebruiken om de maps compleet kapot te maken. Levelution werd met Battlefield 4 geïntroduceerd en Dice gaat gewoon enkele stappen verder. Hoewel de levels van zichzelf al bijzonder goed in elkaar zitten, voelt het machtig om gebouwen op te blazen. Helemaal wanneer jouw tegenstanders de muren goed konden gebruiken voor cover. Wordt een stuk lastiger als die muren er niet meer staan. Daarnaast heb ik het idee dat de maps gewoonweg beter in elkaar zitten dan in Battlefield 4. Spawn points, punten die je over moet nemen en zelfs de turfets staan veel strategischer. Hierdoor is niets onmogelijk en is een terugslag bij verlies altijd een mogelijkheid. Ook merk ik meer dan ooit dat spelers samenwerken. Opgedeeld in squads merkte ik vaker dan eens dat persoon A voor de volle aanval ging, terwijl B cover gaf met een sniper, terwijl C aan het flanken was. Of dit zo vaker gaat gebeuren in de game vraag ik me af, misschien zat ik gewoon in een goede party, maar het maakte de game er stukken beter op. Al moet ik bekennen, laat mij toch maar gewoon voor de Assault gaan.
Momenteel zijn er negen maps te spelen, in december mag je gratis een tiende downladen. Voor nu is het genoeg. Ik heb geen vermoeidheid gemerkt rondom het hele ‘alweer die map?’-idee. De settings lijken gevarieerd. Van het vechten in een stad die compleet met de grond gelijk is gemaakt tot de grotere, zanderige vlaktes alwaar je met een paard snel van A naar B kunt rennen. En wanneer je voor het eerst een Zeppelin in de fik ziet vliegen, ontploffen en neer ziet storten op een gigantisch gebouw, zul je even stoppen met spelen om te kijken wat er gaande is. Wauw, ik zeg het je. De schaal is ook in de multiplayer gigantisch. Helemaal wanneer je met 64 mensen tegelijk speelt. Het voelt aan als een oorlog op een gigantische schaal, als een opzet voor een groter geheel. Je maakt deel uit van dat wat moet gebeuren. In custom games gaan regels overboord om steeds wat nieuws te introduceren. Denk aan de Fog of War die veel prominenter aanwezig is, of de mogelijkheid om met belabberde wapens jezelf in leven te moeten houden. Echter, wat heel snel mijn favoriete mode werd, is Operations. In deze mode spelen twee teams tegen elkaar, op meerdere maps achter elkaar, om één ronde te winnen. Alle Operations zijn daadwerkelijk gebaseerd op ware gevechten uit de Eerste Wereldoorlog en worden met een verhalende introductie aan je uitgelegd. Team A moet punten over zien te nemen, team B moet ze zien te beschermen. Wanneer de verschillende punten overgenomen worden, zal de linie van de verdedigende partij naar achteren geschoven worden. Hierdoor overheerst het aanvallende team en weet steeds meer land te claimen voor zijn partij. Soms deed het me even denken aan een Battlefield-versie van Turning Point uit Star Wars Battlefront. Naast de overige, standaard modi, is War Pigeons er eentje die ik niet aan zag komen. In een bloedserieuze game als Battlefield 1 voelt het even best raar om met z’n allen achter een duif aan te rennen zodat je met hem een briefje kunt versturen. Op kleinere maps, met kleinere teams, is dit af en toe een compleet gekkenhuis. Maar het werkt en brengt een leuke afwisseling tussen al die andere oorlogvoeringen.
Als ik Battlefield 1 nog eenmaal vergelijk met Battlefield 4, merk ik dat Dice heeft geleerd van haar eerdere game. Ik ben tot op dit moment nog geen bugs tegengekomen. Servers werken als een zonnetje en de game draait zoals ‘ie dat hoort te doen. De begindagen van Battlefield 4 werden geplaagd door onspeelbare momenten, game-brekende bugs en meer van dat. Hier niet. Dice heeft de tijd genomen om de game af te leveren die wij als gamers willen en verdienen. Het maakt de Eerste Wereldoorlog wederom bespreekbaar en toont hoe gruwelijk deze tijd uit onze geschiedenis was. Nergens lijkt Dice in te perken om ons te sparen, overal drukken ze ons met de neus op de bizarre feiten. Battlefield 1 is groots; in de singleplayer en ook online. Met graphics en audio die een nieuwe standaard zetten is dit de shooter die je dit jaar gewoon niet mag missen.