Battlefield V Review

Eefje trekt ten strijde in Battlefield V

Wanneer het op shooters aankomt is het landschap de voorbije jaren grondig hertekent. De hele wereld lijkt tegenwoordig verslaafd aan battle royale games als PUBG en Fortnite, en grote concurrent Call of Duty heeft dat gegeven volledig omarmd en presenteert zichzelf tegenwoordig als een veelomvattende multiplayer-ervaring. Battlefield V presenteert zich vooralsnog echter in een traditionele vorm en doet dat met heel wat overtollige extra bagage. De game kreeg bij de onthulling kritiek omdat de eerste trailer te over the top was en puristen blijkbaar geen vrouwen met een grijphaak als arm in hun WW2-shooter willen. De game kreeg vervolgens kritiek omdat die elementen vervolgens werden geschrapt, of omdat de beta niet zo denderend liep, of omdat aangekondigd werd dat belangrijke features zoals de Battle Royale mode pas later zullen komen. Dat Battlefield V al heel wat shit over zich gekregen heeft is dus zeker, maar is de game die we bij release nu gekregen hebben die kritiek ook waard? Tijd om dat eens te belichten in een review.

Laat me maar meteen beginnen met een bekentenis…ik heb erg weinig met Battlefield. Ik denk dat iedereen die me een beetje kent wel weet dat ik een Call of Duty meisje ben, en dat verklaart waarom ik al wel vaker mijn tanden stuk heb gebeten op Battlefield. De te grote maps, het soms echt te trage verloop van de gameplay, de warrige excuses voor een campaign. Battlefield 4 is een game die ik bij mijn PlayStation 4 kreeg toen ik de console kocht, en de tankmissie daarin heeft me zo kwaad gemaakt dat ik een maand lang de console niet meer wilde aanraken. Ook Battlefield 1 was eigenlijk niet zo mijn ding omdat van de zo bejubelde War Stories ik er twee ontzettend saai uitgewerkt vond en ik het op multiplayervlak erg snel zat werd steeds gesniped te worden en weer te moeten wachten en wachten voor ik terug in actie kon schieten. Zeggen dat ik met ietwat van een vooroordeel de game opstartte is dan ook een understatement, maar dat neemt niet weg dat ik vol goeie moed meteen de multiplayer in dook.

Battlefield V is een erg raar beestje bij launch. Het eerste dat je opmerkt in het menu is wat er beschikbaar is, maar ook wat er nog niet beschikbaar is. De co-op mode volgt pas in december, de Battle Royale mode Firestorm pas in 2019. Volgens DICE is dat bewust gedaan om de playerbase niet te overladen met content zodat spelers niet overal versnipperd zijn over de modes. Daar valt iets voor te zeggen, maar de cynicus in mij denkt toch eerder dat het een commercieel slim trucje is, bedoeld om spelers lang aan de game te koppelen…die Battle Royale mode fungeert op die manier als een leuke wortel op een stok die gamers belet om hun game op marktplaats te gooien. Hoe het uit gaat pakken hangt uiteraard af van de manier waarop DICE de game blijft updaten met nieuwe maps en modes en zelfs ik als traditioneel wantrouwig persoontje wil er eigenlijk echt niet te veel over zeuren. Is het spijtig dat Battle Royale en co-op nog niet beschikbaar zijn? Ja, natuurlijk wel….maar ik kan er heus op wachten omdat wat er wel aanwezig is zo verdomd goed is.

Daar heb je het. Battlefield V speelt goed, heel goed zelfs. Ik speelde mijn eerste potje en keek even verdwaasd om me heen. Een tweede, derde en vierde match volgenden om zeker te zijn dat het geen toevalstreffer was.Nee, het klopt echt..dit is de eerste Battlefield sinds Bad Company 2 waar ik online terug een echte klik mee heb. Battlefield is nog steeds Battlefield, maar dat het tempo echt wel de hoogte in gegaan is merk je meteen. Ook de wapens zelf voelen een stuk beter aan dan ze in Battlefield 1 deden, als je nu mikt op iemand en rekening houd met de terugslag van je wapen mag je er tenminste zeker van zijn dat je kogels hun doel treffen. In combinatie met een sterk verminderde aim assist levert dat wat mij betreft zowat de heerlijkste gunplay in jaren op die heerlijk skillbased aanvoelt. Situaties waarin je met een Thompson drie vijanden kan maaien in een kamer voelen aan als een heerlijke kleine overwinning in een grotere strijd, waarin elke kogel die doel treft je verder helpt. Het maakt gevechten uiteraard ook een stuk intenser omdat het echt wel in een fractie van een seconde beslecht kan zijn, en daar lig je dan..gewond en bloedend, om hulp te roepen. Dan heb je de keuze om je snel leeg te laten bloeden en zo vlug mogelijk te respawnen…het liefst bij een squad zodat je erg snel terug in het gevecht zit, of hopen dat iemand je oplapt. Iedereen kan met een druk op de knop de moeite nemen om een teamgenoot te reviven en zo wat xp te verdienen. Natuurlijk gaat bijna niemand het risico nemen om zelf kogels te incasseren om je hachje te redden, en soms heb je de neiging om vol ongeduld richting respawn te gaan, maar zo af en toe wordt je wel degelijk terug recht geholpen. Om tien seconden later weer op je rug te liggen roepen.

De Conquest mode is nog steeds het kloppende hart van de Battlefield-ervaring en het is chaotischer en intenser dan ooit tevoren. Het idee blijft simpel in zijn eenvoud, namelijk zoveel mogelijk van de controlepunten op de map in handen krijgen en behouden, maar het is de heftigheid van alle wapengekletter die 64 spelers ontketenen die het nog steeds zo memorabel maakt. Het helpt ook dat de acht maps die fungeren als strijdtoneel ook een stuk veelzijdiger zijn dan wat we in Battlefield 1 zagen. Fjell 652 doet je een stevig robbertje vechten op een besneeuwde bergtop.Visueel erg interessant, maar potentieel gevaarlijk wanneer het op snipers aankomt…ware het niet dat sneeuwstormen het zicht vaak beperken. Ook een map die zich in Rotterdam afspeelt maakt indruk, zeker wanneer je door de huizen heen beweegt en constant in close quarters gevechten beland. Dat de gevechten impact hebben op de omgeving draagt enkel bij tot de ervaring. Neem bijvoorbeeld Arras dat er aan het begin van een match haast lieflijk uitziet met zijn kerktoren en gezellige huisjes en de velden er om heen. Maar dan start de aanval en zie je rookgranaten in de verte en klinkt het geratel van machinegeweren, je hoort het karakteristieke geluid van de rupsbanden van tanks dat steeds luider op je afkomt. Al heel snel wordt het een totaal pandemonium waar de lijken zich opstapelen en tanks zich door het puin van de huizen beuken.Er is weinig zo griezelig als op de bovenste verdieping van een huis staan wanneer een tank onder je door het huis heen dendert en alles om je heen instort. Naar het einde van de match toe is het schattige, lieve dorpje van weleer een modderige poel vol verwoesting geworden, en dat maakt indruk.

Naast Conquest is de andere in het oog springende mode Grand Operations. In essentie komt dit eigenlijk neer op een verzameling van kleinere modes die elkaar opvolgen waarbij het winnende team een voordeel krijgt in de volgende ronde. Dat betekent dat het team dat wint in de eerste operatie voordelen krijgt in de tweede operatie zoals vlugger voertuigen krijgen. Persoonlijk ben ik daar niet zo gek op omdat het de boel erg eenzijdig kan maken. Het is gewoon niet zo leuk om je team volledig afgemaakt te zien worden in potje a en te weten dat je het in potje b nog lastiger gaat krijgen. Het helpt ook niet dat de nieuwe Airborne-mode nog niet zo gebalanceerd voelt als zou moeten. Het ene team springt uit het vliegtuig en moet met explosieven artillerie vernietigen en de andere groep moet dat verhinderen. Op papier is dat leuk, alleen weet het verdedigende team perfect waar de aanvallers gaan landen en als je als aanvaller dan nog eens die bommen moet oprapen ben je helemaal een vogel voor de verdedigende katten. er zijn wel meer probleempjes met balancing die vooral in Grand Operations voor frustratie kunnen zorgen. Zo zijn de Airborne bombers die met een simpel bombardement hele squads kunnen wegvagen gewoon overpowered omdat ze veel te vlot de match kunnen beïnvloeden. Mits wat verder finetunen en balanceren heeft Grand Operations echter echt wel het potentieel om uit te groeien tot iets erg leuks. Gewoon een verzameling van wat leuke modes en de eerste ploeg die er drie wint is de overwinnaar. En wat als het gelijkstand is? Nou, dan gaan we over naar het bizarre Final Stand waar de map steeds kleiner wordt en iedereen op elkaar knalt tot er eentje over blijft. Yup…Battlefield V heeft wel degelijk al Battle Royale aan boord.

Is de multiplayer van Battlefield V op dit moment perfect? Geenszins..er zijn wat issues die er nog uitgebalanceerd moeten worden, en wat kleine bugs mogen ook wel een patch krijgen. Desondanks is wat je geserveerd krijgt wel degelijk nu al de moeite waard. Je hebt naast Grand Operations en het fijne Conquest ook de Frontlines-mode waar je kleinschaliger dingen speelt zoals team deathmatch en domination. Het ziet er heftig uit, speelt erg lekker uit en het heeft gelukkig een degelijk progressiesysteem dat niet gebaseerd is op lootboxes of andere bullshit maar op wat je op het slagveld doet. Op dat vlak is Battlefield V heerlijk ouderwets omdat het je gewoon beloond om te doen wat er toe doet…spelen.

Dat ik het voorlopig nog niet over de War Stories gehad heb komt omdat ze er eigenlijk gewoon niet toe doen. In Battlefield 1 maakten ze al nauwelijks indruk en dat doen ze hier eveneens niet. Je krijgt hier drie mini campaigns waarbij vooral het woord mini letterlijk te nemen valt. Je hebt een avontuur in Noord Afrika, in Noorwegen en in Frankrijk en op een uurtje of vier ben je er doorheen. Dat het er allemaal erg puik uitziet, dat is zeker…maar het bestaat uiteindelijk vooral als een grabbel uit een ton vol WW2 cliché’s. Met een raketlanceerder op tanks schieten of anti aircraft guns uitschakelen…het zijn dingen die we vijftien jaar geleden al deden. Het lukt DICE wel degelijk om op een dik uurtje steeds een geloofwaardig verhaal te vertellen, en vooral het segment in Noorwegen is qua setting en toon een hoogtepunt, alleen is de bijbehorende gameplay niet half zo boeiend. Het volgt het malletje van de vorige Battlefield campaigns. Grote open omgevingen waar je meerdere objectieven hebt, zwakke stealth-secties in een reeks die er totaal niet bekend voor staat en zwakke A.I van tegenstanders die je niet het gevoel geven een oorlog uit te voeren maar in een ordinaire schiettent te staan. Het enige wat deze War Stories doen is je met weemoed doen terugdenken aan de tijd van Bad Company. Mocht het in december te verschijnen vierde deeltje waarin een Duitse tank commandant centraal staat plots wel stevig de moeite waard zijn, dan pas ik deze review uiteraard graag aan, maar ik zou er toch mijn adem niet voor inhouden. De War Stories zijn leuk om even een paar uurtjes te stoeien en te genieten van de setpieces en sterke visuals, maar het is het middelmatige voorgerechtje voor de lekkere maaltijd die de multiplayer is.

Battlefield V is een game die nog verder gaat evolueren en uitgebreid worden met updates en tweaks, een game die zonder twijfel binnen een half jaar beter zal zijn dan ze vandaag is. Toch is het nu al de moeite om de sprong te wagen. Niet voor de krakkemikkige War Stories maar zoals gewoonlijk voor de multiplayer die ouderwets goed is en door die terugkeer naar de basis frisser aanvoelt dan ze in jaren heeft gedaan.

Good

  • het tempo in multiplayer ligt hoger dan ooit
  • maps zijn veelzijdiger dan in de voorganger
  • audiovisueel indrukwekkende destructie

Bad

  • War Stories stellen nauwelijks wat voor
  • Zeker in Grand Operations heeft DICE nog wat te tweaken
  • Het blijft wachten op features als co-op en Battle Royale
8

Sterk

Iedere gamesite heeft die ene toffe, lieve meid nodig die te porren valt voor de schattige platformgames. Hier bij GameParty moeten we het echter nog steeds met Eefje stellen. Een inktzwart gevoel voor humor, ietwat van een grote bek en een voorliefde voor de meest gewelddadige games die je kan bedenken. Dat is Eefje in een notendop.