Bij het horen van Castlevania gaan mijn gedachten terug naar een ver verleden: mijn jeugd. Op de fantastische Commodore 64 speelde ik voor het eerst deze topper. Met mijn gepixeleerde zweepje liep ik door de gepixeleerde wereld met mijn gepixeleerde held. Onderweg verzamelde ik harten om mijn leven op peil te houden en ontweek ik monsters en bizarre wezens, luisterend naar een super irritant muziekje dat eng zou moeten klinken, wat totaal niet het geval was. In de tachtiger jaren was dit niet erg, zo zagen de games eruit en Castlevania was toentertijd een goede game om te spelen. Of dat nu nog zo is…?
Ondanks dat ik de eerste Castlevania: Lords of Shadow niet heb gespeeld, wilde ik dit vervolg toch graag reviewen. Het leek mij ook een frisse blik op een sequel zonder het onbedoeld te vergelijken met het eerste deel. Bedeesd en geheel onbevooroordeeld begon ik mijn nieuwe Castelvania-ervaring op de PS3. Het irritante jaren tachtig-muziekje is vervangen door een wat angstiger riedeltje en de gepixeleerde held is veranderd in een volledig afgetrainde vampier die lijkt op een kruising tussen illusionist Criss Angel en multitalent Jared Leto. Ik merk gelijk op dat de game is uitgegeven door Konami, want de cutscenes zijn langdradig en er wordt met aparte camerastandpunten geprobeerd een filmisch beeld te geven aan de game. Je krijgt een intro met weinig uitleg in langdurende scenes. Gelukkig kun je alles terugvinden in je Travel Book, die je eigenlijk niet gebruikt behalve bij het unlocken van nieuwe moves. Maar goed, volgens mij heb ik nog bij geen enkele game een tutorial gedaan. Ik speel gewoon en zoek gaandeweg wel uit hoe alles werkt.
Bij Dracula denk ik als eerste aan die paarse Graaf Tel van Sesamstraat, met zijn groene cape en zijn monocle. Als ik van de lach ben bijgekomen, herinner ik me een van mijn favoriete series: Angel (spin-off van Buffy the Vampire Slayer). Angel maakte het tof of vampier te willen zijn. Net zoals Blade en de metrosexuele cast van Twilight. De geschiedenis van de vampier is echter veel grimmiger dan deze films doen blijken. Castlevania: Lords of Shadow 2 weet deze grimmige sfeer over te brengen. De omgevingen zijn duister, vergeven van bloed en er huizen vreselijke monsters in de donkerte van de kastelen en grotten. Toch zijn er weinig schrikmomenten in de game, je wandelt er redelijk ongedwongen doorheen. Je leert als snel dat kruizen en bijbels weinig effect op je hebben en je voelt je vanaf het begin van de game onoverwinnelijk. Tijdens de game ga je ook echt weinig dood, zelfs bij een hogere difficulty. Ik had liever een kwetsbaar karakter gezien. Of een scala aan tegenstanders die groter, sneller of beter zijn dan ikzelf. Het kostte mij weinig moeite om langs eindbazen te komen. Zo’n gevecht duurde wel lang, maar dat was dan ook het enige. Er zat niet echt een uitdaging in.
De game doet ook heel erg sterk aan een paar andere games denken. Omdat ontwikkelaars en uitgevers het vaak niet leuk vinden dat hun game wordt vergeleken met andere games, zal ik proberen genuanceerd te blijven. Zo lijken de gevechten zeer sterk op een game waar een asgrijze halfgod met een rode streep over zijn kale hoofd de onderwereld doet beven. De Blood Whip die je in Castlevania gebruikt voelt exact hetzelfde als de -ahum- Blades of Chaos van deze niet nader te noemen halfgod. Ook het Void Sword vertoont grote gelijkenis met de -kuch- Blade of Olympus. De gameplay zelf lijkt een kopie van die van een zekere Perzische prins. Het lijkt mij niet heel erg om met dit soort games vergeleken te worden, maar bij Castlevania: Lords of Shadow 2 voelt het als ‘beter slecht gejat dan goed bedacht’ en dat is jammer. Doet de game dan niks goed? Jawel. Zoals gezegd brengt het de juiste sfeer naar boven. En de verhaallijn is niet heel slecht (ook niet heel goed). Het weet ook een goede balans tussen antiek en modern te houden. Je loopt door kastelen, maar ook door steden en fabrieken. Dat is best tof.
Castlevania: Lords of Shadow 2 is een leuke game, maar ook niet meer dan dat. Het tofste in de game vind ik persoonlijk dat je je in een rat kan veranderen en zo ongemerkt langs bewakers kan komen. Ondanks dat dat cool is, zegt het ook genoeg over de rest van de game. Gebruik je knoflook maar voor een heerlijk pastagerecht en drink je wijwater maar lekker op. De enige bescherming die je nodig hebt om deze game vernieuwend te vinden is geen God of War en Prince of Persia te spelen. Hè verdorie, nu heb ik alsnog de game vergeleken met twee games die een heel stuk vetter zijn dan deze. Nou, gedane zaken nemen helaas geen keer.
[review pros=”+ Goede sfeer
+ Vampieren zijn tof” cons=”- Weinig uitdagend, te makkelijk
– Veel te lange cutscenes
– Niet vernieuwend” score=64]