Dood… Alweer. Vloekend en tierend gooi ik mijn controller op mijn matras (mijn controller moet natuurlijk wel heel blijven). Ik zet mijn PlayStation eventjes uit voordat ik iemand iets aandoe. Het is ondertussen al de veertiende keer dat ik vastloop bij dezelfde eindbaas. Tegen de tijd dat ik mijn PlayStation weer aanzet heb ik een beetje tegenzin om de reis naar de vermoedelijke dood weer te beginnen, maar toch doe ik het. Niet omdat ik het leuk vind om keer op keer te verliezen, maar omdat ik zo graag verder wil komen. Ik wil vooruitgang en als ik dat heb, heb ik weer dat gevoel van euforie. De adrenaline stroomt dan aan het einde van zo’n strijd nog steeds door mijn lichaam en mijn wangen zijn rood van inspanning. Ik heb het over Dark Souls II, en bovengenoemde methode heb ik honderden keren herhaald en dat is eigenlijk waar het bij Dark Souls ook allemaal om draait.
Voor de mensen die Dark Souls of Demon’s Souls nog nooit hebben gespeeld, wil ik eerst even zeggen dat ze beide games moeten oppakken als ze houden van een unieke ervaring en geweldige gameplay. Als tweede wil ik zeggen dat de Souls games bekend zijn om hun moeilijkheidsgraad en de manier waarop het verhaal verteld wordt. Je ontdekt de game en de wereld door de game te spelen, op te letten en door te spreken met de NPC’s. Dark Souls II zet deze vorm door en weet van beide voorgaande games iets over te nemen. Zo is er een veilige haven waar je kan rusten en waar allerlei mensen komen nadat je met ze hebt gesproken. Het omhoog gaan in niveau doe je ook hier, want bonfires, de checkpoints in Dark Souls, zijn er alleen nog om te rusten, te reizen (iets wat je nu vanaf het begin al kan doen) en op krachten te komen. Hierdoor kom je vaak in de veilige haven, genaamd Majula.
Majula ziet eruit als een klein vervallen dorp en in het begin vind je het misschien lelijk, maar later ben je blij als je weer in je veilige haven bent om je personage sterker te maken, of om extra Estus Flasks aan te maken. Het dorp wordt steeds interessanter naarmate je verder komt in de game, aangezien er steeds meer inwoners komen nadat jij ze hebt geholpen. Iedere inwoner heeft zijn eigen nut en verkoopt je van alles. Hartstikke handig, mits jij de Souls hebt. Souls zijn bedoeld als geld, maar ook als kracht om je personage te levelen.
Souls krijg je van gevallen vijanden of je vindt ze op de talloze lijken van stoere krijgers die gevallen zijn in de strijd tegen de vloek van de ondoden. In tegenstelling tot de voorgaande games kan je niet eindeloos op makkelijke vijanden jagen, want na verloop van tijd zijn de vijanden uitgeroeid. Als je bij een bonfire komt, met het doel om je vijanden te respawnen, kan het zomaar eens zijn dat ze weg zijn. En terug komen ze niet. Toen dit de eerste keer bij mij gebeurde was ik in eerste instantie blij, aangezien ik telkens terugkwam bij een bonfire nadat ik uitgeroeid werd door een eindbaas. Hierdoor werd mijn pad naar de eindbaas een stuk makkelijker maar kreeg ik ook geen kans meer om meer Souls te verzamelen voor eventuele wapens, bepantsering en voor mijn personage zelf. Nu baal ik dat de vijanden niet meer terugkomen, aangezien ik nu op een punt ben waar het wel fijn zou zijn om gemakkelijke vijanden uit te roeien om zielen te verdienen. Een goede zet van From Software, aangezien ik nu gedwongen ben om na te denken waar ik mijn zielen aan ga spenderen.
Niet alleen dit is nieuw, maar ook de vorm van jezelf helen. Dit kan nu met meerdere voorwerpen en vooral in het begin komt dit zeer goed uit, aangezien je maar één Estus Flask hebt. Je verzamelt nieuwe Estus Flasks door Shards te verzamelen die je weer kunt aanbieden aan de naamloze dame in Majula die je ook helpt te levelen. Al spoedig had ik twee Flasks en ook dit getal veranderde al snel in zeven. Hoe meer Flasks je hebt, hoe minder interessant de andere voorwerpen worden. Toch blijven deze voorwerpen ook nuttig, aangezien je ze allemaal op een andere manier nuttigt. Zo heelt een Flask sneller dan bijvoorbeeld een Lifegem en zo besluit je per keer weer wat voor voorwerp je gebruikt. Hierdoor is het niet alleen een leuke toevoeging, maar ook nog een nuttige, waardoor de toch al diepe gameplay nog een stuk dieper wordt.
Qua gameplay zijn er veel kleine veranderingen. Het rollen is veranderd, je kan nu met twee wapens tegelijk aanvallen, een parry uitvoeren is lastiger en zelfs backstabs zijn anders. Toch blijft het Dark Souls, aangezien het allemaal nog steeds een kwestie is van timing en geduld. Het is alleen nog strenger. Je moet nu precies op het goede moment rollen en ook nog de goede kant op, aangezien je anders alsnog de volle laag van een aanval krijgt. Je wilt niet geraakt worden door een aanval, aangezien je niet dood wilt gaan. Nu klinkt dat misschien logisch, maar je verliest nu niet alleen je Souls als je sterft, maar ook een klein deel van je leven. Dit blijft zich herhalen totdat je op 50% van je totale levensbalk zit. Het sterven wordt harder afgestraft en je wordt langzaam maar zeker een Hollow, een ondode die zijn verstand heeft verloren. De enige manier om dit om te draaien, is om een Human Effigy te verbruiken. Een zeldzaam voorwerp, waarmee je je menselijke gedaante weer aanneemt en je volle kracht weer hebt.
Het mens-zijn wordt beloond. Je kan namelijk andere spelers oproepen om je te helpen in lastige stukken en je hebt natuurlijk je volle levensbalk. Je kan ook aangevallen worden door andere spelers, maar dit kan nu ook gebeuren als je een Hollow bent met nog maar 50% van je levensbalk. Mijn wereld is echter nog niet binnengedrongen door een andere speler en ik kan over die ervaring dus ook geen uitspraak doen. Ik heb wel andere mensen geholpen door mijzelf te laten oproepen. Dit gaat verrassend goed en een stuk sneller dan in Dark Souls. Andere spelers oproepen daarentegen heb ik veel problemen mee gehad, zo zijn vaak de summon sings opeens verdwenen als ik erop druk of zijn ze al in beslag genomen door andere spelers. Erg storend is het niet, maar hierdoor moet je soms wel lang wachten voordat je naar een eindbaas toegaat met een virtuele vriend.
Het oproepen van andere spelers is veelal hetzelfde gebleven, met dezelfde problemen en dezelfde pluspunten. Zo ook voor het achterlaten van berichten en het bekijken van de laatste vijf seconden van een andere speler zijn leven door middel van een bloedvlek op de grond. Wat wel weer compleet anders is, is het begin van de game. Het is allemaal wat toegankelijker geworden. In het begin kan je twee kanten op, naar The Forest of Fallen Giants of naar Heide’s Tower of Flame. Beide kanten kan je opgaan, aangezien beide kanten vrij goed te doen zijn, ook al zijn de vijanden bij Heide’s Tower of Flame wel een stuk intimiderender dan de vijanden bij The Forest of Fallen Giants. Als je een van de twee gebieden echter later doet, voelen ze misschien aan als een verspilling van de tijd, omdat ze beide vrij gemakkelijk zijn en Heide’s Tower of Flame laat ook weinig aan de fantasie over. Er is slechts één pad dat je volgt met aan het einde een T-splitsing. Er valt weinig te ontdekken en dat is erg jammer. Niet alleen door het toevoegen van twee begingebieden, maar ook door het laat toevoegen van eindbazen is de game toegankelijker geworden. Pas na mijn eerste drie uur kwam ik mijn eerste eindbaas tegen en deze was ook nog eens hartstikke makkelijk om te verslaan. Na deze eerste drie uur kwamen de eindbazen een stuk geregelder, maar het eerste aantal is weer erg goed te doen en laat weinig aan de fantasie over.
Dat is iets wat mist bij Dark Souls II: eindbazen die bijzonder zijn en die je je aan het einde van het spel nog steeds weet te herinneren. Hier lijken de meeste eindbazen op mensen en dat is nogal een verschil met eerdere games waar het complete rariteitenkabinet langskwam. Natuurlijk zijn er ook epische gevechten met epische monsters in Dark Souls II, maar ze zijn minder frequent dan in voorgaande games. Het design van de gebieden is veelal zeer goed uitgevoerd, op een enkel gebied na, en de game ziet er ook prachtig uit. Het verschil tussen donker en licht is zichtbaar aanwezig en het wapperen van je cape in de wind is ook prachtig gedaan. De game is duidelijk voor de Xbox 360 en de PlayStation 3, aangezien er soms wat detail mist, maar het blijft geweldig om in Majula op de piek te staan en van het uitzicht te genieten.
Dark Souls II is een waardige opvolger. De game speelt fantastisch, een enkele playthrough kan je wel zestig uur duren en het ziet er ook nog mooi uit. De wereld van Drangleic is gigantisch en je zal meer dan eens je ogen uitkijken. Tussen de vele generieke eindbazen zijn er ook een flink aantal die wel bijzonder zijn en waar je het later nog eens over kan hebben. Het verhaal is weer een mysterie en de nieuwe toevoegingen maken de game nog net dat tikje beter dan zijn voorganger. Door het toegankelijkere begin is de game ook leuk voor nieuwkomers, maar voor de veteranen heeft het ook genoeg in petto. Waarschijnlijk zal je met je derde playthrough weer nieuwe dingen ontdekken en zal je Majula nooit vergeten. Dat is waar een Souls game toch eigenlijk om draait?
[review pros=”+ Uitstekende gameplay
+ Urenlang speelplezier
+ Drangleic is groot en mooi” cons=”- Minder bijzondere eindbazen
– Sommige gebieden zijn te simpel” score=92]