Soms verschijnt een game op het ideale moment. Net wanneer ik, net zoals miljoenen anderen, gedwongen ben om binnen te blijven en bang af te wachten of ik besmet ben met een virus dat me mogelijk het leven kan kosten. Als patiënt in een hoog risico groep heb ik me nog nooit zo kwetsbaar en sterfelijk gevoeld als de voorbije week, wat ervoor zorgt dat een game als Doom Eternal niet op een beter moment kon komen voor me. Het is een game die fungeert als een ultiem soort escapisme die de fragiele realiteit van de wereld om ons heen inruilt voor een power fantasy waarin je met een shotgun demonen hun kop van hun romp knalt. Nu meer dan ooit tevoren is het helse ballet van Doom waarin je rent en springt terwijl je met je kettingzaag demonen van hun ledematen ontdoet en koppen inbeukt een haast cathartische ervaring.
Doom 2016 was een op papier erg simpele game. Je krijgt coole wapens zoals een shotgun, plasma rifle of rocket launcher en neemt alles wat er niet al te fris uitziet op je pad onder vuur. Dat is de blauwdruk van die eerste Doom en dat was ook de modus operandi van de 2016 reboot. Alleen is Doom 2016 dus echt niet zo simplistisch als je zou denken. Er zit een heuse methodiek achter de gameplay flow die gedurende de acht uren van de campaign een eb en vloed van demonen op je afstuurt en je een arsenaal aan wapens en skills bezorgt om die overmacht aan te kunnen. Het is de meest complexe simpele shooter die ik ooit gespeeld heb. Doom Eternal is meer van dat alles, maar dan wel opgeschroefd tot de meter in het bloedrood staat. Meer wapens en tools, meer vijanden en meer glorieuze gore in een campaign die meer dan twee keer zo uitgebreid is als de game uit 2016.
Dat de schaal een stuk groter is maakt Doom Eternal al in de eerste vijf minuten luid duidelijk. De wereld is hier nog harder naar de kloten dan in het echte leven, met een aarde die in brand staat en die gedomineerd wordt door groteske demonen. Duivels zo groot als gebouwen lopen door onze afbrokkelende steden en het afgrijselijke geschreeuw van doodsbange mensen weerklinkt op de achtergrond wanneer we het pantser van de Doom Slayer zien en metal muziek op de soundtrack de overhand neemt. Er is slechts één dominante levensvorm in het universum en het draagt een wraakzuchtig zwaard met dubbele lopen met zich mee. Jij bent uiteraard die levensvorm, jij bent de wraakengel die het leger demonen duidelijk gaat maken dat ze hun fucking voeten moeten vegen als ze ergens op bezoek komen.
Uiteraard ben je binnen de vijf minuten weer stevig aan het knallen en zit je in de flow van de game. Je neemt vijanden genoeg onder vuur om hen te verzwakken zodat je een brute glory-kill kan maken en wat health scoren, of je ramt je kettingzaag er gewoon door en verdient ammo. Dat systeem is nog steeds de crux waar de gameplay voor een groot deel op draait, maar het is een stuk beter uitgewerkt dan in 2016. In de vorige game waren de animaties van de glory kills eerder aan de trage kant waardoor het tempo soms uit de game ging. Niks van dat alles in Eternal waar de speciale kills duidelijk uitgewerkt zijn om het momentum beter in stand te houden, zonder in te boeten aan bruutheid. Dat zorgt ervoor dat Doom Eternal dus nog een stuk sneller aanvoelt dan de voorganger en je vaak echt aan een razend tempo tekeer gaat omdat vijanden niet enkel je dood kunnen betekenen, maar ook je in leven houden als je hen snel afmaakt terwijl je een lege health-bar hebt. Kleine vijanden als imps zijn in essentie eigenlijk eerder een bron van health, ammo en armour dan een bedreiging in Doom Eternal.
Niet enkel de glory kills zijn bevredigend spul in Doom Eternal, ook de gloednieuwe equipment launcher is een meer dan fijne toevoeging. Het komt er op neer dat je drie projectielen krijgt die traagjes terug opladen en die je op het juiste moment kan inzetten. Fire Belch laat je vijanden in lichterlaaie zetten, wat je tonnen armour oplevert. Met de ice bomb kun je dan weer grotere vijanden even een time out bezorgen en de grenade launcher is de perfecte manier om een samenscholingsverbod te handhaven. De projectielen van de launcher kunnen je hachje redden wanneer je in het nauw gedreven bent, en voegen op die manier dan ook een lekker extra laagje aan de combat toe. Wat eveneens bijdraagt aan de diepgang van de game is dat alle grote demonen hun specifieke zwakke plek hebben. De Whiplash is kwetsbaar voor ice bombs, de schilden van Carcass demonen gaan stuk door de plasma rifle, de dread Knights hebben het niet zo op de chain gun. Dat klinkt simpel genoeg, toch? Uiteraard, alleen varieert Doom eternal constant in de vijanden die het op je afstuurt en staan er constant verschillende soorten demonen je naar het leven. Zodra je ongeveer halverwege de game komt moet je gewoon constant snel wisselen tussen je guns en granaten en mag je geen enkele glory kill laten liggen als je verder wil komen.
En toch, weet je waar ik ondanks dat volstrekt overdreven heerlijke wapenarsenaal en de brute finishing moves nog het meest van onder de indruk ben? De manier waarop je Doom Slayer beweegt. In 2016 kon je nog rennen en springen en dat vond ik toen heel wat. In Eternal gaat het tempo echter nog een stuk verder de hoogte in met een hoofdpersonage dat kan double jumpen en door de lucht dashen. Niet alleen dat, maar ook langs palen slingeren of middels de grijphaak die je afvuurt via je shotgun jezelf door de arena lanceren behoort tot je mogelijkheden.Het draagt allemaal verder bij aan een spel met een verschroeiend hoog tempo. Een erg belonende game ook waar je voor het voltooien van heftige gevechten en bonus challenges Tokens krijgt die je kan besteden om je wapenarsenaal uit te breiden van heftig naar materiaal om een genocide mee op te starten.
Het is tenslotte ook een game die een stuk gevarieerder is dan de 2016 reboot. Dat klinkt raar omdat het fundament ervan uiteraard nog steeds hetzelfde is…schiet op alles met tandjes en vleugels, maar toch voelt het echt anders aan. De grote bewegingsvrijheid van de Doom Slayer, de granaten van de equipment launcher en het hogere tempo zorgen ervoor dat de game in de kern al een stuk anders aanvoelt. Ook de omgevingen zelf zijn gewoon een stuk diverser dan het uit een monotoon kleurenpallet opgetrokken Mars en de pacing is gewoon erg sterk met een campaign die je in de eerste helft steeds nieuwe wapens en tools geeft om in de tweede helft volledig los te gaan om al je geleerde skills ten volle te testen.
Naast de uitgebreide campaign heb je uiteraard ook een multiplayer component dat..lo and behold…nu wel het spelen waard is. BattleMode lijkt ook hier op papier een erg simpel gegeven, namelijk één VS twee matches waarbij een volledig uitgeruste Doom Slayer het opneemt door twee door spelers bestuurde demonen. Je speelt vijf rondes, de slayer moet beide demonen verslaan om een ronde te winnen, wie de meeste rondes haalt is de overwinnaar. Dat is een erg simpel concept uiteraard, maar het is ook vooral enorm fun om te spelen. Het feit dat de Slayer zwaar bewapend is maakt hem uiteraard een killing machine, maar als demon ben je verre van kansloos. Je kan samenwerken en de unieke mogelijkheden van elk monster combineren om het de Slayer lastig te maken, of je kan kleinere monsters zoals Imps op de Slayer afsturen om hem af te leiden en te vertragen, wel wetende dat het hem extra health en ammo oplevert. Op die manier krijg je dus een erg vette mode waarin je als demon samen moet werken en kat en muis spelen met de Doom Guy, constant afwegen wanneer je de minions in kan zetten en proberen de tegenstander te beletten om health en power ups op te rapen. Net als de campaign lijkt BattleMode aan de oppervlakte dus erg simpel, maar er zit een erg uitgekiende motor achter die de mode lekker laat bulderen.
Doom Eternal samenvatten is vervallen in superlatieven. Het is waarschijnlijk de beste shooter van de aflopende console generatie en sowieso een mijlpaal op vlak van gameplay-design. Het is een niet aflatende power trip vol viscerale snelheid die je bij de nek grabbelt en pas na twintig uur ademloos achterlaat. Uitdagend, heftig en imponerend maar vooral ook gewoon stevige fun. Doom Eternal is er nu al eentje voor de eindejaarslijstjes.