De E3 staat weer voor de deur. Games gaan een aankondiging krijgen, licenties worden naar andere studios geschoven, hardware krijgt misschien een aankondiging. Het is de tijd van het jaar waarop we allemaal te zien krijgen wat de industrie voor ons in petto heeft. Maar nu de E3 nog niet van start is gegaan, gooien wij er deze week elke dag een stelling tegenaan. Wat zijn onze meningen? En vooral, hoe denk jij er over? Vandaag: onafhankelijken voorwaarts!
Bas van Dun
Ja en nee. Ja, want kleine studio’s krijgen steeds meer ruimte om ook op te vallen in een wereld die vol zit met games die miljoenen hebben gekost. Het is voor kleine bedrijven heel lastig om ook maar bekend te worden bij de grote massa. Natuurlijk doen dingen als Twitter en Facebook tegenwoordig een hele hoop, maar wanneer je even tijdens een persconferentie van Sony of Microsoft in de spotlight gezet kunt worden, is dat heel wat. Denk aan titels als Ori and the Blind Forest! Aan de andere kant heb ik zelf heel weinig met dit soort games. Die 8 en 16-bit stijltjes ken ik inmiddels wel. Natuurlijk zitten er af en toe prachtige titels tussen (wederom Ori), maar over het algemeen loop ik er met een grote boog omheen. Ja, misschien is het niet goed van me, maar geef mij toch maar een Gears of War, Halo of een andere grote titel.
Eefje Schietgat
Jaar na jaar neemt het belang van downloadbare games toe. Dat maakt het daarom geen indies uiteraard. Ik gruwel bijvoorbeeld echt wanneer iemand een game als Child of Light of Valiant Hearts omschrijft als een indie. Dat terzijde vind ik het zeker een zegen dat kleinere games van kleinere ontwikkelaars hun plek in de spotlights krijgen. Games als Braid, Stick it to the man, Outlast, Limbo en ga zo maar door kun je echt beschouwen als klassiekers die even essentieel gamevoer zijn als bijvoorbeeld de nieuwste Batman. Daarom houd ik bijvoorbeeld ook echt van de nieuwe koers die PlayStation Plus vaart, waarbij er meer kleinere spellen in de service gebracht worden in tegenstelling tot de grote triple A-games die de meesten toch al gespeeld hebben. Het leuke aan die kleine projectjes is dat de budgetten kleiner zijn, wat mede er voor zorgt dat er creatievere en gewaagdere keuzes gemaakt kunnen worden. Daar waar een Assassin’s Creed het behoorlijk veilig moet spelen, kan een Hotline Miami echt over the top gaan. Dat alleen is al een reden om de kwalitatievere games hun plek in de spotlights te gunnen.
Kevin Blokland
Dit is absoluut waar. Ik ben iemand die voor diversiteit is in het gamesaanbod en de indies spelen daarbij een hele grote rol. Als het aan de grote uitgevers ligt dan spelen we elk jaar een nieuwe Battlefield, Call of Duty en Skylanders. Dat is natuurlijk kort door de bocht, maar in grote lijnen komt het daar wel op neer. Dankzij de opkomst van de indies is er ook een ander tak binnen het aanbod aan games dat meer gericht is op creativiteit en nieuwe gameplay. Het feit dat hier steeds meer aandacht voor is, kan ik alleen maar toejuichen. Er schuilt echter ook wel een gevaar, want de eisen en verwachtingen liggen steeds hoger. Voor individuele indie-ontwikkelaars kan het bijzonder lastig zijn om daar aan te voldoen of om uberhaupt nog te kunnen verrassen. Ik hoop dan ook dat de indies niet gaan bezwijken onder de druk van de toenemende aandacht, maar dat ze zich staande weten te houden.
Lisa Withoos
Momenteel komen de indie games, voor mijn gevoel, steeds meer tot leven. Je wordt er bijna mee doodgegooid. Kleine studios krijgen het steeds makkelijker voor elkaar om op te vallen in de grote boze wereld en ergens vind ik dat wel tof. Het is mooi dat ze de kans krijgen om op te vallen en hun verhaal naar buiten te brengen. Aan de andere kant weet ik niet of ze de laatste tijd misschien teveel lof krijgen. Persoonlijk ben ik iemand die vooral naar de ‘grote’ titels kijkt. In zekere zin ben ik verkocht aan een aantal titels en aan een aantal makers en daar speel ik zo ongeveer alles van. Dat kleine grut trekt me eigenlijk niet zo. Quantic Dream is wat dat betreft de meest onbekende ontwikkelaar waar ik games van speel en volgens mij kent onderhand iedereen Quantic Dream voortaan. Tja, dat zegt dus wat over mijn ervaring met de onbekende wereld van indie games. Wat dat betreft zal ik het denk ik altijd een beetje dubbel blijven vinden. Het is goed dat er steeds meer aandacht voor kleine bedrijven komt maar ik associeer de E3 toch echt met de grotere en meer bekende titels en makers.
Robin Link
Bij deze stelling twijfel ik ontzettend. Dat komt onder meer door het PlayStation Plus-aanbod van de afgelopen maanden. Elke PlayStation Plus-abonnee met een PlayStation 4 weet wat ik bedoel: we zijn de afgelopen maanden helemaal doodgegooid met indies op de PlayStation 4. En als ik heel eerlijk ben: bijna nooit zat daar voor mij een echte topper tussen. Altijd was er wel iets wat mij tegenstond. De game greep mij niet, ik werd te vrij gelaten of ik had gewoon helemaal niks met de zoveelste ‘Metroidvania’. Nee, wat dat betreft hoeven die indies op de E3 allemaal niet van mij. Dan heb ik liever een nieuwe Call of Duty, Need for Speed of FIFA. Maar toch, zo nu en dan zit er een titel tussen waardoor ik wel echt gegrepen wordt. Ik noem een No Man’s Sky, ik noem een Ori and the Blind Forest. Doordat het tegenwoordig een stuk makkelijker is om je game uit te geven op de PlayStation Store is er ook een stuk meer aanbod. De rol van indies moet wat mij betreft zeker niet te groot worden. Laten we het maar houden bij een paar magische titels.
Kort door de bocht: onze redacteurs zijn fans van onafhankelijk geproduceerde games, maar daar hoort ook een wat kleinere spotlight op. Lezers: vinden jullie het een goede ontwikkeling? Of is al die aandacht voor die kleine priegel studio’s onterecht?