Ik heb al zo lang ik me kan herinneren de reputatie een koppig wicht te zijn, maar dit jaar is het eerste dat ik het ook zelf begin te geloven. Ik heb gewoon besloten om me nauwelijks nog iets te laten opdringen en gewoon lekker mijn eigen zin te doen. Wat dat betekent voor mijn gamegedrag is dat stressen over releaselijsten een dingetje van het verleden is. Games als Spider-Man of Black Ops 4 of Red Dead Redemption 2 ga ik ooit wel eens spelen, maar het hoeft niet zo nodig meteen. Nee, laat mij maar gewoon terug gaan naar de essentie en games spelen omdat ik er zin in heb terwijl ik rustig mijn backlog wegwerk. Laat mij maar The Witcher 3, Assassin’s Creed Origins of Breath of the Wild voor de volle honderd procent uitspelen, zonder dat ik me druk zit te maken in het feit dat ik zo te weinig tijd vrij houd voor nieuwe games. Wat die koppigheid betekent voor mijn persoonlijke top 5 van 2018, is dat ik het in dit artikel ga hebben over de vijf games die niet in het grote najaars-lijstje staan, maar voor mij wel een plek verdiend hebben in het lijstje van memorabele ervaringen dit jaar.
5. Kingdom Come: Deliverance
Is het mogelijk voor een game om verschrikkelijk frustrerend te zijn, en om toch in de najaars-lijstjes terecht te komen? In het geval van Kingdom Come: Deliverance in elk geval wel. Het doel van ontwikkelaar Warhorse was om een realistische weergave van de Middel Eeuwen te brengen, en daar hebben ze zich verdomd hard op toegespitst. Geen draken of andere fantasy-elementen dus, maar harde, miserabele realiteit. Je personage is een gewone stalknecht, niet een of andere uitverkorene in een heldhaftig narratief. Je bent geen vechtjas die met een druk op een knop hoofden doorklieft met een zwaard, maar moet heel voorzichtig leren hoe je aanvallen kan ontwijken voor je ook maar kan denken om zelf een slag uit te delen. Schieten met een kruisboog? Dan moet je rekening houden met de wind en het feit dat je geen crosshairs hebt. Kingdom Come gaat ver in de drang naar realisme, en dat kan dus tot frustratie leiden. Het is een game die af en toe gewoon even niet leuk om te spelen is, net omdat alles in het spel erop gebrand lijkt het je zo lastig mogelijk te maken. De andere kant van de munt is dat de game ook heel belonend kan zijn. Je kan het spel wel degelijk onder de knie krijgen met genoeg oefening en als je dat doet ontplooit zich een enorm sfeervolle ervaring vol grote en kleine verhalen. Zeker nu de game genoeg patches achter de rug heeft zodat de meeste bugs opgelost zijn en je de mogelijkheid hebt om de game relatief normaal te saven (wat bij launch een heel gedoe was), is Kingdom Come een klein ruw diamantje dat het opvissen meer dan ooit waard is.
4. Ni No Kuni 2
Er staat zowaar een J-RPG in mijn persoonlijke top 5. En het is er dan nog eentje die RTS-elementen heeft. Toevallig zijn het twee van de weinige genres waar ik doorgaans helemaal niks mee heb. Maar kijk, hij staat er dus echt wel… Ni No Kuni 2 is een van mijn favoriete games van het jaar. Een grote reden daarvoor is uiteraard omdat de game gewoon enorm toegankelijk is. Sommige puristen noemden Ni No Kuni 2 veel te makkelijk, maar ik vond het net aangenaam om rustig alle facetten van de game te leren kennen zodat ik naar het einde toe, wanneer de game iets pittiger uit de hoek begon te komen, ik tenminste wist wat ik deed. De vlotte combat van Ni No Kuni 2 vol kleurrijke aanvallen blijft gedurende heel de speelduur amusant en het verhaal rond een jonge verbannen koning die zijn troon probeert terug te veroveren houd je geboeid gedurende de vele tientallen uren. Het is een game die deels traditionele RPG is, maar dan aangevuld met RTS-battles en elementen van een management-sim. Het is een mengelmoes die op papier niet zou mogen werken, maar in de praktijk levert het een heerlijk spel op waarvan de mooie Studio Ghibli-achtige visuals werken als kers op de taart.
3. Far Cry 5
Het klinkt als een absolute dooddoener, maar de belangrijkste twee elementen voor een goede openworld game zijn de setting, en wat je er in kunt doen. Op het eerste vlak excelleert dit Far Cry 5 wat mij betreft, het is gewoon één van de sterkste sandboxes die we dit jaar te zien kregen. De rurale Americana van Hope County barst van de sfeer en natuurpracht en is haast een gezellige plek om te vertoeven moest het niet barsten van de religieuze nutjobs. De eigenlijke game die zich in het prachtige Hope County ontplooit is klassieke Ubisoft open world gameplay, gewoon verder bouwend op de fundamenten van Far Cry 3 en 4… maar gelukkig wel gestroomlijnder dan ooit. Dat resulteert in een spel dat weliswaar nalaat om te verrassen, maar wel weet hoe belangrijk het is spelers gewoon fun te laten hebben. Ja, we zijn wederom outposts aan het veroveren… maar dit keer kan ik mijn poema die ik liefdevol Peaches heb gedoopt op baddies afsturen. Het is een game waarin je het ene moment bommen op cultisten dropt vanuit een vliegtuigje, een half uurtje later met een monstertruck overal door banjert om wat later gezellig wat te gaan vissen in een beekje. Het is kortom een spel die zichzelf niet te serieus neemt en zich gewoon presenteert als een ietwat domme, doch erg amusante actiegame.
2. Vampyr
Elk jaar komt er zo een game langs waar je wel potentieel iets van verwacht, maar tijdens het spelen toch nog wordt weggeblazen. Dit jaar was die game voor mij Vampyr. Het is een gebrekkige game, duidelijk gemaakt met een klein budget, maar wat is het een memorabel sfeervolle ervaring geworden. Het door de Spaanse griep geteisterde Londen van 1918 is een donkere, deprimerende omgeving om door rond te dwalen, en dat doe je als dokter Jonathan Reid, een vampier met een moreel kompas. Het indrukwekkende aan Vampyr is hoe sterk het narratief in zijn schoenen staat met een verhaallijn vol vertakkingen die blijft boeien. Je wilt als speler gewoon ontdekken wie er verantwoordelijk is voor alle doden in de stad en waar de plaag van vampieren vandaan komt omdat het gewoon allemaal zo intrigerend gebracht wordt. Om echter ten volle je onderzoek te kunnen voeren moet je als vampier echter je krachten kunnen benutten, en die ontwikkel je enkel door jezelf te voeden. Dat klinkt gemakkelijk toch? Ja, alleen hebben alle personages een achtergrondverhaal, en haast niemand is volledig slecht of goed in het Londen van 2019 weet je wel. En wat als je iemand het hoekje om legt die je later misschien nodig hebt? Vampyr is één van die zeldzame games waarin de keuzes die je maakt wel degelijk gevolgen kunnen hebben, en dat vind ik zo verfrissend eraan. Het is een roleplaying game waarin je jezelf enorm bewust bent van je rol en de mogelijke gevolgen van je acties, en dat maakt het een hele ervaring.
1. Shadow of the Colossus
Ik had de game destijds gemist op PlayStation 2, en ook bij de compilatie op PlayStation 3 had ik de game laten passeren, maar bij deze in het begin van het jaar uitgebrachte remake was ik er klaar voor. Ik had een paar maandjes eerder The Last Guardian met traantjes in de ogen uitgespeeld, en nu was het dus eindelijk tijd om cultclassic Shadow of the Colossus een kans te geven. Drie lange speelsessies later was het allemaal alweer voorbij en zat ik naar de credits te staren met het gevoel dat ik één van de beste games ooit gespeeld had. Ook anno 2019 blijft dit een game die alle lof waard is. Waarom dat zo is, daar kun je uren over discussiëren, want in essentie is de game niks meer dan een boss rush-game. Ga gewoon met je paard ergens heen op zoek naar een reusachtig monster en maak het af na een uitgebreide bossfight, dat een keer of zestien. Alleen.. wie is er het monster in deze game he? Zijn het de wezens die hun territorium beschermen, of jij de indringer die op hen begint in te hakken? De eerste Collosi, die nauwelijks terug vechten, maken dat al heel vroeg duidelijk. Wat voor held ben je als je met je zwaard inhakt op een beest dat je enkel wanhopig probeert af te schudden? Gelukkig zijn enkel die eerste wezens echt pacifistisch en bieden de latere Collosi gelukkig wel heel wat weerwerk zodat zich indrukwekkende gevechten en kat en muis spelletjes ontwikkelen. Het moment waarop een reusachtige vliegende worm geveld wordt door je pijlen en je vanop je paard vliegensvlug hem kunt bespringen voor hij weer opstijgt, zodat het gevecht in de lucht verder kan gaan terwijl de orchestrale muziek opzwelt. Sfeervoller kan haast niet, maar dat is exact wat deze game meermaals doet. Zo tussen Colossus nummer drie en zestien is er steeds weer dat gevoel van intimidatie…hoe krijg ik dat grote wezen neer? En steeds weer ontspint zich een gevecht van epische proporties dat je naar adem doet happen. Het is dat wat Shadow of The Colossus na al die jaren nog steeds zo een onvergetelijke ervaring maakt.