In het gamemoment bespreekt elke maand één redacteur over zijn favoriete herinneringen uit de wereld der computerspellen. Bas bijt het spits af en neemt je mee terug in de tijd, naar het jaar 2002.
Wat klinkt dat dichtbij, 2002, maar toch ook zo ver weg. In dat jaar hadden we net mobiele telefoons. Van die grote, logge apparaten met grijze beelden op het scherm. Als je tot de elite behoorde, kon je een spelletje als Snake spelen op je telefoon. Het sturen van sms’jes bleek een gat in de markt te zijn. MP3-spelers werden net vervangen door iPods en iedereen speelde games op zijn PlayStation 2. Het was ook in dat jaar dat Microsoft zijn entree maakte in de game-industrie. Een stap waar veel mensen een beetje huiverig over deden. “Krijg je straks zo’n blauw scherm op je tv, want Microsoft.” Ook ik, een grote Sony-fan, moest niets weten van het apparaat.
Al sinds de release van de originele PlayStation was ik voor kamp Sony. Het bedrijf kon niets mis doen bij me. De PlayStation was een fantastisch apparaat. Jaren later kocht ik een PlayStation 2, de beste console die er ooit was geweest. De graphics waren realistisch, de titels waren groots en er was een heuse DVD-speler. Microsoft had geen kans. Onwetend als ik was liep ik op de dag dat de Xbox op de markt kwam de Bart Smit binnen. Aldaar beleefde ik het moment dat in deze tekst centraal gaat staan.
Ik had mijn zinnen gezet op het kopen van een nieuwe cd. Dat deden we nog in die tijd. Digitale distributie zoals iTunes bestond niet, af en toe trok je illegaal een liedje van Napster af. Ik kocht cd’s om muziek te luisteren. Heerlijk politiek correct. Terwijl ik mij op de multimedia afdeling begaf, zag ik in de hoek een tv staan met daaronder Microsoft’s net uitgekomen apparaat. Ook al wist ik dat de PlayStation 2 veel beter was (ik was een fanboy!), de gamer in mij was toch benieuwd waar iedereen het nu over had. Daarom besloot ik even bij de demopod te gaan kijken. Daar veranderde alles.
Ik was geen fan van de gigantische controller. Allesbehalve. De console zelf zag er wel tof uit. Maar daar draait het niet om. Op de tv zag ik een game draaien, ik had geen idee wat de titel was, maar iets trok me. Ik zag vliegtuigen, sciencefiction vliegtuigen, richting een strand vliegen. Orkestrale muziek maakte het allemaal net een tikkeltje spannender. Nog steeds wist ik niet wat ik zag. Het vliegtuig zette zich neer op het strand, het personage dat je mocht spelen stapte uit en zijn wapen kwam in beeld. “Ha! Een shooter op de console? Wat kut, dat werkt toch nooit!”
Toch besloot ik de controller vast te pakken en even met het onbekende personage rond te lopen. Dat ging best goed, zelfs ik moest dat toegeven. Ik maakte me een weg over het strand. Samen met andere soldaten vocht ik tegen buitenaardse wezens. Paarse en roze wezens. Nog steeds had ik een beetje mijn bedenkingen, maar stiekem moest ik toegeven dat het wel lekker speelde. Granaten ontploften om mij heen en het zand vloog de lucht in. De muziek wist sterk op te zwellen. Soldaten vochten en stierven maar de vijand werd teruggedrukt. Niet veel later vond ik een auto. Jawel, ik mocht instappen! Ineens zag ik dat ik niet zo’n soldaat was. Ik had een groen pak aan, een opvallend armor. Blijkbaar was ik Master Chief.
Ik racete met de auto terwijl een tweede speler achterin plaats nam. Hij bestuurde een groot kanon en schoot op alles en iedereen. Samen speelden we de demo verder, een demo die niet het hele level bevatte maar ineens stopte voordat een grote climax zijn intrede deed. Een Gregoriaans koor klonk terwijl een logo in beeld verscheen. Halo: Combat Evolved.
Mijn ouders gingen het niet leuk vinden wat ik nu ging doen. Mijn keuze was gemaakt. Ik liep naar de kassa en vertelde de vrouw dat ik een Xbox wilde met Halo: Combat Evolved. De prijs maakte me niet eens uit. Vergeet niet, ik was vijftien jaar en ging even de stad in omdat ik een cd wilde kopen. Ik kwam thuis met een nieuwe console, een extra controller en een game. De preek die ik kreeg was niet de vrolijkste, maar toch mocht ik het ding houden. Het was mijn geld, ik had er genoeg kranten voor rondgebracht.
Na het starten van Halo heb ik dagen, weken achter mijn nieuwe console gezeten. Andere games heb ik niet gekocht, ik had er toch geen tijd voor. Ik had alleen oog voor Halo. Met vrienden speelde ik in de multiplayer. Met tweeën, met vieren. Dat moment bij de Bart Smit was allesbepalend. Het liet de Sony fanboy in mij zien dat er meer is dan alleen de PlayStation. Er was nu ook Halo. Mijn kamer hangt tegenwoordig vol met posters van de Master Chief, staat vol met beelden van de Spartan en zijn helm staat mooi in de collectie. Cd’s, comics, boeken, kleding, blu-rays, alles is inmiddels in huis. Die dag bij Bart Smit gaf me niet alleen een nieuwe console, hij gaf me ook mijn meest favoriete franchise.