Met Horizon Zero Dawn wist het Amsterdamse Guerilla Games de lat tot diep in de stratosfeer te leggen. Dat de makers van Killzone wel wat in hun mars hadden was al jaren duidelijk, maar toch bleek het eerste open world avontuur van Aloy een game die wist te verrassen. Een prachtige, intrigerende spelwereld bevolkt door boeiende personages en geheimzinnige plotlijnen en spannende gameplay die verdomd uitdagend en veelzijdig uit de hoek kwam. Horizon Zero Dawn was een dot van een game, een meesterwerkje dat terecht ruim twintig miljoen zieltjes wist te winnen. Horizon Forbidden West gaat dat kunstje gewoon herhalen, daar twijfel ik geen moment aan. Dat komt omdat Guerilla duidelijk weet waar de sterktes van de voorganger lagen en vooral niet te veel geprutst heeft aan de opvolger. Forbidden West is dan ook op alle vlakken een ietwat veilige sequel die meer van hetzelfde brengt, maar dan uitgebreider en grootser dan ooit. Het is simpelweg de sequel waar fans op zaten te hopen.
De game gooit je meteen terug in het narratieve diepe. Als je Zero Dawn niet gespeeld hebt, speel dan eerst die game voor je hier mee aan de slag gaat want het verhaal pikt de draad zes maand na de tumultueuze ontwikkelingen uit het vorige deel weer op. Het komt er op neer dat Aloy haar uiterste best doet om te beletten dat de wereld wederom richting een grote tabula rasa gaat. Er zijn onheilspellende stormen die de lucht vullen en een geheimzinnige rode plant die alles waar het mee in aanraking komt vernietigt, het is allemaal niet bepaald een lachertje. Op haar zoektocht naar antwoorden en een mogelijke oplossing komt Aloy in the Forbidden West terecht, een ruig land geregeerd door de gevaarlijke Tenakth stam. Het levert plottwist na plottwist op met obstakels zoals burgeroorlogen en een leger van machines. Over het verhaal zelf ga ik niet te veel uitweiden, omdat het net als bij de vorige game een grote steunpilaar voor de game is. Forbidden West is erg verhalend en hoewel het ietwat van de emotionele impact van de vorige game mist is de vertelling ervan wel een stuk beter. In de vorige game kreeg je het meeste van de grote info uit audio-logs en hoewel die nog steeds onderdeel van de verhalende textuur uitmaken is de manier waarop het plot zich ontplooit nu een stuk natuurlijker. Het helpt ook immens dat de dialogen en het acteerwerk een stuk beter is dan in de vorige game. Hoofdpersonages als Aloy en Rust waren altijd al sterk uitgewerkt, maar zij-personages konden wat wisselvallig uit de hoek komen in Zero Dawn. Niks van dat alles in Forbidden West waar zelfs de NPC’s persoonlijkheid hebben. Die kleinere personages zijn echter tevens ook één van de enige schoonheidsvlekjes die de game heeft omdat je daar merkt dat de lip syncing niet altijd mee is of de ogen gekke dingen doen. De grap is dat het niet bepaald storend is en niet eens zo erg als je in een vergelijkbare grote game als Assassin’s Creed: Valhalla ziet, alleen valt het hier gewoon harder op omdat de rest van de game zo ontzettend adembenemend mooi is.
Kijk, dat viel te verwachten, toch? Zero Dawn was reeds een visuele krachttoer die mijn mond meermaals deed openvallen met de vele indrukwekkende vista’s en indrukwekkende animaties van de mechanische beesten. De verwachtingen voor de sequel waren dan ook navenant hoog. Forbidden West op PlayStation 5 is echter het soort audiovisuele spierballengerol waar je nauwelijks klaar voor bent. Het is, na Ratchet and Clank, wederom een game die “PlayStation 5” voelt. Ja, de game is speelbaar op de PS4 en ziet er zelfs adequaat goed uit, maar doe het niet. Gewoon foei, afblijven van die versie en wachten tot je het kan spelen op je nieuwe Playstation 5 met alle toeters en bellen in 4K. Die hoge framerate, dynamische belichting en minieme laadtijden zouden uiteraard niet half zo indrukwekkend zijn als de game niet vooral een artistieke triomf was. De setting die varieert tussen weelderige jungle, zinderende woestijnen, besneeuwde bergtoppen en zomerse kustlijnen zit vol indrukwekkende omgevingen die je aansporen om op verkenning te gaan. De machines die de Forbidden West bevolken zijn gedetailleerder dan ooit tevoren en dankzij de extra animaties komen ze dierlijker en gevaarlijker over. Het enige dat verklapt dat je zit te gamen is een beetje occasionele pop-in en af en toe een rare npc die wat glitcht, verder is het een technisch huzarenstukje die je onderdompelt in een erg boeiende spelwereld waar je jezelf in wil verliezen voor een uurtje of veertig.
De gameplay maakt het uiteraard eveneens makkelijk om jezelf in de spelwereld onder te dompelen, omdat die nog steeds als een huis staat. Het gebruikt uiteraard nog steeds het sterke fundament van de voorganger, maar je merkt duidelijk dat Guerilla geluisterd heeft naar feedback op de eerste game. Aloy’s speer is bijvoorbeeld eindelijk een leuk wapen om te gebruiken. Uiteraard is het gebruik van je boog nog steeds de beste optie, zeker tegen de mechanische monsters, maar dankzij nieuwe moves in de skilltree is melee stukken amusanter. Het zorgt ervoor dat combat tegen menselijke tegenstanders niet zo saai aanvoelt als in Zero Dawn. Uiteraard is het vechten tegen de grote wezens nog steeds het meest intense onderdeel van de game. Er gaat gewoon een zekere adrenalinestoot gepaard met het opzetten van vallen en het gebruiken van speciale wapens om de zwakke plekken van een robot-dino aan te vallen en beetje bij beetje je tegenstanders van hun pantser en mechanische onderdelen te ontdoen. Het is maar wat goed dat die gameplay zo lekker “klikt” want er is echt wel veel van. Forbidden West is namelijk het toonbeeld van een sequel die copieus uit de hoek komt. Main quests, zij-opdrachten, Tallnecks om te beklimmen, Cauldrons die fungeren als een soort dungeon, uitdagingen zoals gauntlet run’s of een grote arena.
Er zijn vele optionele avonturen te beleven in de wereld van Forbidden West en het meeste voelt de moeite waard. Alles is op organische wijze verbonden met het verhaal en vooral leuk om te spelen zodat het zelden tot nooit als opvulling of tijdverlies voelt. Er zijn open-world games die een lesje of twee kunnen leren van de manier waarop Forbidden West optionele content aanpakt. Laat Forbidden West dan geen enkele steek vallen vraag je jezelf nu vast af. Nou, bitter weinig dus. Na jaren van grote Assassin’s Creed RPG’s is het echt wel even wennen dat Aloy niet de beste klimmer is en niet overal vlot kan klauteren, maar daar staat dan weer tegenover dat de grapple hook of nieuwe glider erg leuke manieren toevoegen om de spelwereld te traverseren. Forbidden West is simpelweg het soort game die nauwelijks op fouten te betrappen is omdat de kleine minpuntjes keihard weggeblazen worden door de vele pluspunten. Had ik het al over de haptische feedback van de DualSense gehad trouwens? Wat blijf ik fan van dat ding en wat voegt het ook hier weer heel wat immersie toe. Van de weerstand die je voelt wanneer je een pijl mikt met je boog tot de subtiele streling van het hoge gras waar je door sluipt. Moet ik het ook nog hebben over de meerwaarde van het zwemmen en hoe sfeervol de game er ook onder water uitziet? Forbidden West is kortom het soort game waar je kan blijven over vertellen, maar uiteindelijk kan ik het beste afsluiten met één zin. Forbidden West is alles wat een sequel hoort te zijn.
Horizon: Forbidden West is een game die je op je PlayStation 5 moet ervaren. Het is een bloedmooie, ontzettend leuke open world actie-RPG die op alle vlakken beter doet dan de geliefde voorganger. De setting is veelzijdiger, de combat is leuker, de verhaalvertelling boeiender en de gameplay diverser. Dit is gaming van het hoogste niveau en nu al een grote kanshebber voor de titel van beste game van het jaar.