Wanneer ik de vraag krijg waarom ik geen PlayStation koop, maar steevast een Xbox wil, is het antwoord meteen duidelijk. De games. De exclusieve games op het platform zorgen ervoor dat ik niet van Microsoft weg wil. Ja, ik vind Uncharted tof, kan God of War waarderen en zal The Last of Us vast een heerlijke game vinden, maar het kan in mijn ogen niet op tegen de Halo’s, Forza’s en, uiteraard, de Gears of Wars-games van deze wereld.
Gears of War kocht ik ten tijde van de originele release. Gewoon op dag één moest en zou ik die game hebben voor mijn Xbox 360. De ‘mad world’-reclame wist in een minuut mij te overtuigen van dat wat de ontwikkelaar me wilde tonen. Brute actie, harde beelden, prachtige omgevingen. Het was zo’n game die je kon gebruiken om de kracht van de Xbox 360 aan te tonen aan vrienden. Gears of War bracht me een geweldig, volwassen avontuur en liet zien dat gaming gegroeid was. De release van Gears was best wel een dingetje, of je nu een Xbox 360 had of niet. Iedereen kende de titel en wist dat we hier een hele sterke game in handen hadden. De game scoorde hoog, en geheel terecht.
Wat Gears of War tof maakte, naast de briljante graphics en het toffe coversysteem, was het feit dat de game geheel in co-op gespeeld kon worden. Ja, nu zouden we het raar vinden als een game van deze proporties dat niet kan, maar in 2006 was dit niet zo’n standaard. Dit is een jaar voor Halo 3 online coöperatieve gameplay zou perfectioneren. Maar Gears deed het al. Vele avonden heb ik de campagne doorlopen, steeds op hogere moeilijkheidsgraden, steeds met andere vrienden. Headset op je hoofd, communicatie was belangrijk, knallen maar. Het verhaal van Gears, de geschiedenis rondom Emergence Day, wist me te grijpen. Het verhaal, de setting, de gameplay, ik genoot.
Toen deel twee en drie verschenen deden deze games exact hetzelfde met me. Hoewel we wisten wat we konden verwachten, genoot ik wederom van de steeds beter uitgewerkte gameplay en de prachtige momenten qua verhaalvertelling. Het moment dat Dom zijn vrouw terug vindt in Gears 2 behoort nog steeds tot één van de meest emotionele momenten in een actiegame die ik mee heb gemaakt (net getopt door het Halo 4 Master Chief – Cortana einde). De dood van Dom in Gears of War 3 liet me schreeuwen naar m’n tv. Het was emotioneel, maar zo prachtig. Ik hou van deze personages, ik had gigantische avonturen met ze meegemaakt. Toen de franchise echter naar een andere ontwikkelaar ging en Gears of War Judgment verscheen, haakte ik af. De game wist me niet te pakken zoals de eerdere delen dat deden. Judgment was dan ook de eerste in de serie die ik niet uitspeelde.
Microsoft besloot echter de franchise dezelfde behandeling te geven als Halo. Een complete studio werd opgericht (The Coalition) om zich over Gears of War te ontfermen. En natuurlijk wisten we allemaal dat Gears of War 4 hun game ging worden. Maar toch, net voor de release van dit nieuwe deel, bracht de ontwikkelaar ons een remake van Gears of War, het originele deel uit 2006. En die game, die speel ik niet nog steeds. Die speel ik nu pas. Omdat ik het spel al uitgewoond had op de Xbox 360 heb ik ‘em nooit gekocht. Ik voelde de noodzaak niet om ‘em nog eens opnieuw te spelen. Dit terwijl ik de game gigantisch hoog had zitten. Toch, sinds de komst van Xbox Game Pass, nam het gevoel van de game toe. Aangezien Gears of War 4 gewoon op mijn Xbox One staat (welke ik nog even uit moet spelen, maar dat is een ander verhaal) besloot ik om Gears of War: Ultimate Edition te downloaden. Ik heb geen seconde spijt gehad.
Wat heeft Gears of War de tijd goed doorstaan. Natuurlijk, de game heeft met de Ultimate Edition visueel gezien een enorme upgrade gehad. Dit is geen remaster waarbij het originele spel naar een hogere resolutie is gebracht met een betere framerate. Nee, the Coalition heeft de game van de grond af aan opnieuw opgebouwd om de kracht van de Xbox One te kunnen benutten. En dat is te zien. De originele ‘destroyed beauty’ is nu nog mooier. Omgevingen knallen van mijn gigantische tv af. De wereld waarin Gears zich afspeelt is adembenemend mooi en een genot om doorheen te gaan. Maar belangrijker, de gameplay staat nog steeds als een huis. Het is een gigantisch compliment wanneer ik zeg dat Gears of War nu, in 2017, niet aanvoelt als een game van elf jaar geleden. Natuurlijk, de formule is in Gears of War 4 verder geperfectioneerd en het verschil is wel te merken, maar het voelt niet alsof je een oude game speelt. Alles klopt. De graphics, de prachtige muziek van Kevin Riepl, de voice-acting en de gameplay. Voor ik het wist zat ik hele avonden achter mijn tv om opnieuw dit avontuur te beleven. Een avontuur dat ik zo goed ken.
Niet alleen in m’n eentje, maar ook met vrienden en wildvreemden heb ik me aan de campagne gewaagd. Marcus Fenix blijft, hoe eendimensionaal ‘ie misschien ook is, een fantastisch personage om onder de knoppen te hebben. De shooter on steroids is op en top Amerikaans en het testosteron spat er vanaf. Maar ik hou er van. Ik blijf er van houden. En ik ben dan ook verdomd blij dat een service als Xbox Game Pass bestaat, waardoor ik gewoon met een druk op de knop de game kon downloaden en spelen. Binnen enkele minuten stond de game op mijn harde schijf, hoorde ik die bekende klanken van de muziek en had ik er helemaal zin in. Dit keer niet op mijn kleine HD Ready tv uit 2006 maar op een grote 4K met ambilight. De techniek is vooruit gegaan, het gevoel blijft hetzelfde. Gears of War blijft een serie waardoor ik nooit voor PlayStation zal kiezen. Shit yeah!