Toen ik elf jaar was werd ik voor het eerst in contact gebracht met de Lord of the Rings wereld dankzij het eerste deel uit de film trilogie. Mijn vader nam mij mee naar de bioscoop en ik was direct verkocht. De fantastische fantasiewereld en de geweldige personage hebben mij verliefd laten worden op de wereld van Tolkien. De films heb ik zo vaak bekeken dat ik de tel niet meer heb bij kunnen houden en ik heb mij zelfs gewaagd aan de boeken (helaas niet allemaal uitgelezen). Uiteraard moest ik dan ook alle ‘LotR’-games spelen, zoals de EA games die gebaseerd waren op de films, de Lego-games en natuurlijk Middle-earth: Shadow of Mordor. Met de aankondiging van Middle-earth: Shadow of War kon ik het niet laten om weer opnieuw in het vorige deel te duiken.
Shadow of Mordor is inmiddels al bijna drie jaar oud en ik was daarom ook erg benieuwd of ik nog zo van de game zou genieten als dat ik drie jaar geleden heb gedaan. Vlak na het opstarten van de game was het voor mij al duidelijk dat ik net zo zou genieten van de game als de eerste keer dat ik hem heb gespeeld, want ik werd gelijk weer in de wereld gezogen en ik zou hier niet meer uit komen tot aan het einde. Dat is voor mij dan ook de voornaamste reden waarom ik zo geniet van deze game, ik ben gek op de wereld en de personages in deze wereld. Maar daarnaast is Middle-earth: Shadow of Mordor ook gewoon een dijk van een game.
Het begin van de game laat direct de dood van het hoofdpersonage zien. Talion en zijn familie worden afgeslacht door Uruk-Hai’s, waardoor de wraakgevoelens bij mij direct weer naar boven kwamen. Dankzij de wraith Celebrimbor worden hij en Talion samengesmolten en gaan ze op zoek naar antwoorden en wraak. Het hele verhaal speelt zich vlak na de Hobbit af en laat zien hoe Mordor eruitzag voor de wederopstanding van Sauron.
De game brengt de beste onderdelen van de Assassin’s Creed-games en de Batman-games bij elkaar. Het fantastische vechtsysteem uit de Arkha-titels lijkt één op één te zijn overgenomen, maar dat is absoluut niet erg want het werkt geweldig. Het systeem is ontzettend intuïtief en hoe meer je speelt hoe beter je begint te worden in het counteren van vijandelijke aanvallen. Het klim spring en klautergedeelte lijkt enorm op dat van de Assassin’s Creed-games, maar hier is ook niks op aan te merken omdat het gewoon super werkt. Het is heerlijk om in de open wereld te klimmen, te springen en rond te rennen.
Wat wel een origineel onderdeel is van de game, en in mijn ogen één van de meest innoverende gameplayonderdelen van de laatste jaren, is het Nemesis-systeem. Het leger van Sauron bestaat uit verschillende rangen waarin de vijanden kunnen stijgen of dalen. Door middel van het verslaan van de onderste rangen kun je de leiders bovenaan de ladder verzwakken. Je kunt er ook voor kiezen om vijanden te beïnvloeden en voor jou te laten werken. Op die manier kan hij het vuile werk voor je opknappen. Elke vijand heeft zijn plus- en minpunten die je goed moet onderzoeken, want wordt je gedood door een bepaalde vijand dan stijgt deze in de ranken. Hij wordt sterker en hij zal je de volgende keer ook herkennen als je hem wilt verslaan. Op deze manier is de hiërarchie ontzettend dynamisch en zal ieder zijn ervaring met de game gedeeltelijk anders zijn.
Man, man, man wat heb ik mij weer vermaakt met Shadow of Mordor. Ik had persoonlijk niet verwacht dat ik zoveel plezier weer uit deze game kon halen, aangezien ik normaal gesproken bij verhalende games het na de eerste keer wel gezien heb. Maar dankzij ‘Nemisis’ voelde de tweede keer toch weer iets anders aan als de eerste keer en werd ik weer meegenomen in de wereld van Tolkien. Mocht je Shadow of Mordor nou nog nooit gespeeld hebben, dan raad ik je ten zeerste aan om deze nog ergens uit de budgetbak te vissen. Heb je de game al thuis liggen, dan is een tweede keer spelen zeker geen verspilde tijd en een goede bezigheid terwijl we moeten wachten op het uitgestelde Shadow of War.