Jeugdherinneringen zijn belangrijk. Ze vormen in zekere zin een fundament waarop je als volwassene gevormd bent. Ongetwijfeld één van die belangrijke herinneringen is aan mijn vader, de gamer. Uiteraard werden het toen nog geen games genoemd, eerder computerspelletjes waarvan je de cassette in die grote Nintendobak moest duwen. Het waren grote cartridges die in kartonnen doosjes zaten en je moest geen patches downloaden voor je kon spelen, maar moest er wel even in blazen, dat wel. En dat is dus een onderdeel van mijn jeugd, samen met mijn pa voor een klein tv’tje spelen met een spelletje genaamd Super Mario Bros 3. Ik was nauwelijks zes op dat punt, maar had wel al de volledige controle over Mario die ik wat deed rennen en springen terwijl mijn vader als Luigi het lastige werk deed. Ik moest lachen met pappa’s grapjes over Luigi die alles moest oplossen voor zijn broer de spaghettivreter. Ik keek mijn jonge oogjes uit toen de mannetjes plots een staart kregen en met wat drukjes op een knop plots konden vliegen. Het was een bijzonder spel dat geschikt was voor een bijzondere jeugdherinnering en ik blijf erbij dat toen het vuurtje gestookt werd voor mijn latere passie voor “computerspelletjes”.
Ik heb lange tijd niet meer omgezien naar games. Er was echt een ruime periode waarin ik echt even een “meisje” was en gewoon niks had met het medium. Super Nintendo? Nooit iets van meegekregen. De Nintendo 64? Ik heb Super Mario 64 en Ocarina of Time voor het eerst gespeeld op de 3DS om je een idee te geven. Nee, het vuur in mij om echt aan het gamen te slaan is pas opgelaaid toen ik een aantal maanden in het ziekenhuis belande na een ongeval. Wacht, schrap dat. Waarom zeg ik ongeval alsof ik iets heb om me voor te schamen? Toen ik verkracht en halfdood geslagen was lag ik dus een tijdje in het ziekenhuis, in een redelijk zwart gat. En wat doe je dan? Je grijpt terug naar veilige dingen, warme herinneringen uit je jeugd. Ik blijf het nog steeds een meesterzet van mijn oom vinden dat hij met het idee kwam om me een Gamecube te kopen om me mee bezig te houden in mijn ziekenhuiskamertje. Tijdverdrijf, een deel escapisme en voor het eerst in tijden weer een gevoel van fun, daar stond die Gamecube voor. Ik wil het niet meliger doen klinken dan het hoort, maar dat paarse doosje zorgde er voor dat ik me niet langer lag te wentelen in zelfbeklag en tenminste aangepord kon worden om iets te doen. Zonder twijfel één game in het bijzonder was daar belangrijk voor, de allereerste game die ik in de kleine console stopte en waar het avontuur mee begon. Super Mario Sunshine. Die deed namelijk denken aan veilige tijden.
Nu mijn vriendje op een rommelmarkt in de buurt een GameCube met een resem spellen op de kop kon tikken is het ook nu weer de eerste game die ik uitprobeer. Logisch ook, nu mijn papa recent overleden is en ik weer wat in een zwartgallige wolk zit. Super Mario zal altijd verbonden blijven met jeugdherinneringen. Natuurlijk is het zo dat ik sinds 2002 tientallen, misschien zelfs honderden games heb gespeeld. Mario heeft ook met de twee Galaxy-games zijn eigen grenzen enorm verlegd, dus dan is de vraag uiteraard of Sunshine zoveel jaren later nog indruk weet te maken. Ik vind grotendeels van wel als ik eerlijk moet zijn.
Wat nog steeds in het oog springt is dat dit nog altijd een erg kleurrijke, aantrekkelijk ogend spelletje is.De Gamecube was, ondanks zijn compacte vorm, een behoorlijk krachtig systeempje en dat werpt nog steeds vruchten af. Ook amusant is dat de game gewoon zo uniek aanvoelt ten opzichte van de andere Mario-platformers. Je loopt niet te rennen en springen en paddo’s te slikken in het Mushroom Kingdom, maar bent op een tripje naar het zonovergoten Delfino Island resort waar alles in de soep loopt. Of de verf, want dat is het grote probleem uiteraard, een booswicht heeft het hele eiland overgoten met verf en andere smurrie. Mario wordt uiteraard beschuldigd als de oorzaak van de pollutie en krijgt de ondankbare taak het hele boeltje op te ruimen. Yup, in de eerste echte game die ik speelde neem je de rol aan van een veredelde poetsvrouw met een snor, daar valt iets voor te zeggen.
In elk geval krijg je gelukkig hulp in de vorm van FLUDD, een toestelletje op je rug die water opzuigt en fungeert als waterkanon en jetpack, en ook een erg leuke impils geeft aan de gameplay. Het is nog steeds erg grappig om alle verf en roomijs weg te spoelen en de FLUDD zorgt voor een aangename manier om je voort te bewegen wanneer je over grote valkuilen zweeft of Mario een snelheidsboost geeft. Het levert leuke, vlotte gameplay op, maar anno 2016 valt wel een duidelijk gebrek aan variatie op. Je vertrekt vanuit de hubwereld Delfino Plaza gewoon naar een ander deel van het resort om dat schoon te maken en de vijandjes te verslaan, en dat is het zowat. Je gaat naar een hotel, of een pretpark of een dorpje, maar je bent steeds overduidelijk op zonovergoten Delfino Island, omgeven door water. In dat opzicht is ook de toevoeging van Yoshi een rare. Het is grappig dat hij fruit kan eten om vervolgens fruitsap richting vijandjes te spuwen, maar dat beest is allergisch aan water, toch? In een game waarin je constant water in de buurt hebt kan het frustreren dat je rijdier steeds sterft als hij in contact komt met het goedje. Ook noemenswaardig is dat de game in zijn geheel aan de makkelijke kant is, behalve in de geheime levens in de grotten. In die extra levels verlies je FLUDD en krijg je een klassiek obstakelparcours voorgeschoteld waar Mario het met zijn gebruikelijke springkrachten moet doen. Ik had er in 2002 al enorm veel moeite mee om ze allemaal te voltooien, en dat is ook nu nog het geval. Ik mag dan wel tegenwoordig extra ervaring in de vingers hebben als het op games aankomt, die levels blijven gewoon taai.
Super Mario Sunshine verdeelde bij release het publiek enorm, maar voor mij was het de perfecte game op het perfecte moment. De goeie herinneringen die ik aan de game overgehouden heb, blijven ook vandaag nog grotendeels intact. Uiteraard zie ik tegenwoordig beter de fouten zoals zwakke audio en teveel herhaling in de gameplay, maar zelfs dan blijft het nog steeds een game die leuk om spelen is in haar eigen recht, en niet louter uit sentiment.