De Metro games zijn altijd al claustrofobische ervaringen geweest. Het is meer dan twintig jaar geleden dat kernwapens Moskou met de grond gelijk maakten en overlevenden gedwongen werden diep ondergronds in de betonnen schutting van de metro een nieuw bestaan op te bouwen. Twintig jaar van rivaliteit en oorlog tussen de verschillende stations, twintig jaar van zelfverklaarde grote leiders die kanonnenvoer liet vechten om meer territorium en de steeds schaarser wordende goederen in handen te krijgen. Twintig jaar is een beklemmend lange tijd om onder de grond door te brengen. Wat er gebeurt wanneer een reeks die zo lang in de tunnels heeft doorgebracht de moedige stap zet om de gevaarlijke wijde wereld in te trekken ontdek je in Exodus, een game die claustrofobie inruilt voor een heel andere soort horror..angst voor het onbekende.
Hoofdpersonage Artyom twijfelt nog steeds aan alles om zich heen, hij gelooft vurig dat er buiten de stad nog overlevenden moeten zijn, misschien zelfs veilige plekken, zo lang je ze maar weet te bereiken. Artyom snakt naar een beter leven, bovengronds en is vastbesloten dat te vinden. Dat betekent dat onze Ranger elke dag uit de tunnels komt om de zwaar radioactieve stad en de gemuteerde dieren te trotseren, om op de daken van Moskou te luisteren naar de radio op zoek naar een signaal van leven buiten de stad. Dag na dag levert het niks anders dan gevaar en ruis op, tot op een dag…stemmen. Deze ontdekking resulteert uiteraard in heel wat ophef die uiteindelijk resulteert in het kapen van een trein en het er op uittrekken met de hele Orde. Artyom en zijn kompanen laten de tunnels vol kapitalisten, fascisten en communisten achter zich en trekken de wijde wereld in. Het is een gedurfde stap voor ons hoofdpersonage, en voor de reeks, om wat al die jaren zo vertrouwd aanvoelde achter te laten voor de zoektocht naar een bestemming in een wijde wereld die haast buitenaards aanvoelt.
Voor fans van de eerdere games is het, net als voor de hoofdpersonages, behoorlijk wennen. De duistere lineaire shooter heeft zich in Exodus heruitgevonden als een semi open wereld. Elk level omvat een gebied waar je naar hartelust van je doel kan afwijken en gewoon lekker exploreren. Er is een zekere terughoudendheid omwille van de beperkte omvang van de omgevingen, maar toch voelt het enorm opwindend aan om na al die jaren van donkere gangen plots vrijheid te krijgen in een Metro-game. Het spel brengt op die manier wonderwel het gevoel van het hoofdpersonage op de speler over. De beperkte omvang van de omgevingen die je met je trein aandoet speelt ook in het voordeel van de game. Door de geringe schaal van de plekken die je bezoekt ontloopt Exodus de valkuilen waar veel echte open world games in trappen, er is gewoon geen opvulsel. Elke omgeving waar je komt voelt uniek en gedetailleerd aan, uitnodigend ondanks alle gevaren die op de loer liggen. Op die manier doet Exodus behoorlijk hard aan de vroege Mass Effect-games denken, waar je trein de Aurora dienst doet als substituut voor je ruimteschip en de vele stops als planeten waar je beland op zoek naar hoop.
Net als de Normandy in Mass Effect fungeert je trein de Aurora ook hier als een veilige haven tussen de missies door. Je kan wandelen tussen de verschillende compartimenten, praatjes slaan met de bemanning of je gear op orde zetten. De Aurora doet op die manier dienst als een fijne rustplaats die het verhaal ankert. Wat de eigenlijke gameplay betreft zet Exodus minder gedurfde stappen. Het is nog steeds een pittige firstpersonshooter waar kogels een kostbaar goed zijn, en waar je steeds op zoek bent naar filters voor je gasmasker om de toxische lucht te kunnen trotseren. Dat het bulk van de game zoals bij voorganger Last Light in essentie wederom neerkomt op frenetische vuurgevechten met andere mannetjes in gasmaskers kun je uiteraard ietwat teleurstellend vinden, maar wanneer die actie zoals vanouds wederom zo heerlijk heftig aanvoelt hoor je mij alvast niet klagen. Metro blijft nu eenmaal Metro en dat betekent een uitdagende shooter waar je ook ruimte krijgt om te sluipen en er occasioneel al eens een monster of drie je dag probeert te verpesten. Yup, ook in Exodus zitten er weer monsterlijke gedrochten. Ik ga er eerlijk in zijn, die waren nooit mijn favoriete aspect van de vorige games en dat zijn ze nu ook niet. Krabachtige wezens afknallen of tegen hordes gemuteerde zombies vechten zijn niet mijn hoogtepunten in deze game. Gelukkig wordt het echter nooit zo frustrerend moeilijk als die keer dat ik in de vorige games op een tergend trage lift stond te wachten in een gang vol bijtgrage mormels of een gemuteerde beer vriendjes met me wou worden.
Los van die traditionele gameplay is Exodus wat mij betreft nog een stuk beter geworden dan de heerlijke voorgangers, en dat komt omdat de wereld waar je in terecht komt en de manier waarop jij je plek erin zoekt overtuigt. Elke omgeving heeft een unieke sfeer, wat uiteraard voor een visueel veelzijdige game zorgt en het exploreren van die plekken blijft de gehele speelduur boeien. In een roestige kraan klimmen en met je verrekijker interessante plekken in de omgeving spotten, methodisch de omgeving afspeuren op zoek naar dingen die je kunt gebruiken om bijvoorbeeld betere wapens te craften. Dat en de vele grote en kleine verhalen die je tijdens je tocht ontdekt is het echt kloppende hart van Metro Exodus. De kleine ervaringen die je in dagboeken of audio tapes ontdekt en die vertellen hoe het anderen verging toen de nukes vielen, maar ook een neergestort vliegtuig met het skelet van de piloot nog aan de knuppel of een verlaten schooltje waar de kindertekeningen nog aan de muur hangen. Ik heb al heel wat post-apocalyptische games de revue zien passeren, maar geen enkel wist zo onder mijn huid te kruipen als Metro Exodus deed. De tocht die je maakt brengt je vaak op indrukwekkende plekken, maar er hangt constant een gevoel van hopeloosheid en melancholie over de game. Het gevoel van schoonheid die gecorrumpeerd werd door de mens en hun onveranderde oorlogszucht is een tragisch thema dat van Exodus misschien niet de meest gezellige game maakt, maar wel een heel sfeervolle ervaring.
Metro zet met Exodus een grote, moedige stap en laat de vertrouwde duisternis van de tunnels achter zich voor het grote onbekende van de bovengrond. Het levert een game op die de gameplay waar Metro altijd al sterk in was combineert met een heerlijk gevoel van exploratie en ontdekking. Exodus is niet enkel een uitstekende sequel op Last Light, het is vooral een ontdekkingsreis die ruimschoots het ondernemen waard is.