Eén van mijn favoriete games van deze generatie moet toch wel Ori and the Blind Forest zijn. De grafische pracht, de geweldige muziek, het gevoel dat het spel je gaf, het emotionele verhaal, het was allemaal van een bijzonder hoog niveau. Tijdens de aankondiging van het vervolg stond ik dan ook te juichen. Nu ik tijdens Gamescom even heb mogen proeven van dat wat komen gaat, hang ik de slingers alvast om om de terugkeer van Ori te vieren.
Ja, natuurlijk zijn het eerst die beelden die je meteen raken wanneer de demo van Moon Studios nieuwste game begint. Maar dit is niet waardoor je geraakt wordt. Het is de gameplay die helemaal perfect in elkaar lijkt te steken. Veel is hetzelfde gebleven, maar een hoop is anders. Natuurlijk beweegt Ori zich nog steeds wonderschoon door de omgevingen, maar krijgt meer vrijheid naar de speler toe. Zo zijn er verschillende aanvallen die gebruikt kunnen worden tijdens de vele gevechten die je aan moet gaan, maar welke, dat is aan jou. Ga je voor een slome hamer-aanval of kies je toch voor een sneller zwaard (welke natuurlijk minder krachtig is). Of probeer je net als ik heer en meester te worden met een pijl en boog, om vanaf een afstand wat meer schade aan te kunnen brengen? Een andere aanval vult je eigen levensbalk weer. Maar met welke ga jij op pad? Waar je ook voor kiest, de actie komt zo uit de controller geschud en oogt geweldig. De vijanden ogen divers (in de demo die ik speelde in ieder geval, al was dat maar maximaal 15 minuten) en komen uit meer kanten. Op je pad, uit de lucht, in het water of zelfs uit de grond.
Gelukkig is de wereld weer helemaal open en is het aan jou om deze te verkennen. Hoe? Geheel aan jou, al zul je niet meteen overal in kunnen. Als een heuse Metroidvania is het zaak om upgrades te vergaren om gebieden die eerder niet te bereiken waren alsnog open te spelen. Niets nieuws voor mensen die het eerste deel gespeeld hebben, natuurlijk. Tijdens het spelen verkreeg ik de mogelijkheid om door zand te graven, waardoor ik nieuwe gebieden droog kon leggen. Ook kon ik me uit het zand laten weg schieten, als een heuse katapult. Iets wat ik in kon zetten om richting hoger gelegen paden geschoten te worden. Et voila, nieuwe gebieden! Gebieden die allen stuk voor stuk vol lijken te zitten met geheimen die je maar al te graag wilt ontdekken.
En gelukkig zijn die gebieden geen straf om te ontdekken. Want net zoals deel één is de tweede Ori weer als een kunstwerk dat tot leven komt. De sfeer druipt van je tv af. Dit is zo’n game die schreeuwt om een 4K scherm. De creatieve geesten bij Moon Studios moeten in een eerder leven kunstenaar zijn geweest. Dat kan haast niet anders. Dit in combinatie met een rustgevende soundtrack, zorgt ervoor dat dit een wereld is waar ik na vijftien minuten al geen afscheid meer van wilde nemen.
Ori and the Will of the Wisps is een game die ik sinds de aankondiging in de gaten ben blijven houden. En hoewel we nog geen datum hebben waarop de game beschikbaar komt, ververs is gewoon elke dag even mijn Xbox Game Pass-pagina. Want jeetje, ik wil het en ik wil het nu!