Veel mensen zijn bekend geraakt met de Elder Scrolls-franchise ten tijde van de Xbox 360 en PlayStation 3. Oblivion was best wel een dingetje. Grafisch indrukwekkend, een wereld die gigantisch was én de game werd in de markt gezet als een onmisbaar spel. Veel mensen kwamen hierdoor voor het eerst in aanraking met de inmiddels al lang lopende franchise. Met Skyrim werd het hoogtepunt bereikt. Het leek er soms op dat iedereen Skyrim speelde. Echter, mensen die eerder al met de Elder Scrolls bezig waren, herinneren zich misschien nog andere titels…
Een van de grootste games die ik gespeeld heb op mijn originele Xbox was Morrowind. De game, die in 2002 verscheen, heeft mij letterlijk honderden uren bezig weten te houden. Dit was in de tijd dat Xbox Live net een paar dagen bestond. Terwijl menig speler online wilde gaan, sloot ik me op om vooral offline enorm veel plezier te beleven. Het derde deel in de serie bracht je naar Vvardenfell, een eiland in de provincie Morrowind, liggende in continent Tamriel. De game sprak indrukwekkende onderwerpen aan. Slavernij, racisme, profetieën. Het betoverde me. Nadat ik de game tot een einde had gebracht (nee, ik heb niet alle honderden side-quests gedaan), heb ik het spel echter niet meer aangeraakt. Elder Scrolls ging voor mij door met Oblivion op mijn Xbox 360 en later met Skyrim. En hoewel ik Skyrim recentelijk opnieuw heb gespeeld op de Xbox One, mag ik niet vergeten dat ik ook heel wat uurtjes rond heb gelopen in The Elder Scrolls Online. Een game die de beste aspecten uit de singleplayer games combineert met een gigantische open wereld waarin mensen online hun ding doen.
De fascinatie voor Morrowind is nooit weggegaan. Het is dan ook niet voor niets voor velen nog steeds de beste game in de franchise. Natuurlijk, titels als Skyrim zijn grootser, epischer en dieper, maar qua gevoel was het voor velen Morrowind die de klok sloeg. Om nu, vijftien jaar later, terug te keren naar Vvardenfell voelt dan ook haast aan alsof je thuiskomt na een lange reis. Dat ‘Chewie, we’re home’ moment uit Star Wars: The Force Awakens. Terug van weggeweest, maar nog steeds geweldig om hier te zijn. Tijdens mijn speelsessie viel me dan ook op hoe herkenbaar de omgeving is. De ontwikkelaar heeft duidelijk goed gekeken naar het bronmateriaal om deze Morrowind-uitbreiding voor The Elder Scrolls Online niet alleen passend te krijgen in het huidige spel, maar ook om spelers van weleer warme gevoelens te geven. Dit terwijl het verhaal van deze uitbreiding honderden jaren voor de gebeurtenissen uit de originele game plaatsvinden. Het is dan ook een grote lofzang richting de ontwikkelaar wanneer ik zeg dat dit thuiskom moment zo goed voelt. Het is een unieke locatie die opnieuw jouw speeltuin is.
Het is dan ook geen straf dat de game je tijdens de hoofdqueesten het hele eiland over blijft sturen. Jij bent op zoek naar de oorzaak van een ziekte die Godheid Vivec weet te nekken. Het is een start van een queeste die je behoorlijk wat uren gaat kosten. Toch, hoezeer het terugkeren naar Morrowind geweldig is, voel je na enkele uren toch wat vervelende factoren. Ineens besef je je dat Morrowind eigenlijk helemaal niet zo groot was. De ontwikkelaar heeft de map van die game één op één nagemaakt, maar in de huidige tijd valt het qua grote enorm mee. We zijn tegenwoordig veel grotere werelden gewend. Niet alleen in MMO’s, maar kijk eens naar GTA V, bijvoorbeeld.
Ik raad je aan om de Morrowind-ervaring te spelen met de nieuwe klasse die de game met zich mee brengt. De Warden is een nieuw personage en groeide snel uit tot mijn meest favoriete karakter waar ik de game mee heb gespeeld. De Warden is gigantisch veelzijdig, je kunt dit personage meer ‘kneden’ naar je eigen wensen. Ik speel in mijn MMO’s over het algemeen als Hunter, dus door de Animal Companions-tree te activeren voor mijn Warden, werd mijn Hunter hier snel geboren. Inclusief een vechtende beer. Ja, mijn gloriedagen uit World of Warcraft kwamen ook even voorbij. De vele, vele uren die ik met ‘mijn Chatzu en zijn wolf’ heb doorgebracht. Ik kwam er echter wel achter dat de companion, het beest dat ik bij me had, nog een beetje buggy is op momenten. Hij zat vaker dan eens vast achter een boom, bijvoorbeeld. Niets wat niet met een patch opgelost kan worden, toch? Maar de Warden heeft meer mogelijkheden. Zo kun je bijvoorbeeld ook als healer door de wereld gaan wanneer je een Green Balance Warden speelt. De klasse heeft dus duidelijk raakvlakken met WoW’s Druid.
Opvallend is dat deze MMORPG zich vooral blijft focussen op de speler die in zijn eentje de wereld wil gaan ontdekken. Iets waar ik de game om wil prijzen. Je bent niet constant afhankelijk van andere spelers, maar kunt steeds, wanneer je wil, op pad. Ja, natuurlijk zijn niet alle queesten even origineel (iets wat in dit genre vaak een ding is), maar het verhaal dat de game poogt te vertellen is onderhoudend, interessant en laat je graag verder spelen. Het is nooit vervelend om de zoveelste fetch-queeste te doen. Wanneer je het hoofdverhaal (en de zijmissies uiteraard) hebt gedaan, kom je echter bij een punt waarop ik me afvraag wat de ontwikkelaar er precies mee wil gaan doen. De game voelt steeds alsof ‘ie focust op die ene speler, maar het MMO-aspect is dan soms ook ver te zoeken. Nergens heb ik verplicht met groepen gespeeld en eigenlijk heb ik zowat alles in mijn eentje op kunnen lossen. Uiteraard zie je spelers rondlopen, zijn sommige plekken zelfs bijzonder druk bevolkt, maar het samenwerken tijdens de missies is redelijk afwezig. Aan de ene kant is het dus een pluspunt, aan de andere kant is het jammer.
Waar je wel andere spelers voor nodig hebt is, uiteraard, het verslaan van de grote ‘World Bosses’. Gigantisch krachtige wezens die in Morrowind rond weten te lopen en waarbij jij in je eentje als een vlieg bent zonder vleugels: enorm makkelijk om plat te slaan. Wanneer je zo’n boss neer weet te halen voel je een moment van euforie en het ware MMO-gevoel komt boven drijven. Maar met maar één nieuwe trial en geen nieuwe group dungeons, is er voor de meerspelerspelers weinig te beleven na de hoofdqueeste. Natuurlijk is er PvP, maar dat is lang niet voor iedereen.
Ja, het is geweldig om weer in deze wereld rond te lopen. En hoewel ik op punten misschien wat negatief overkom in deze recensie, wil ik je deze uitbreiding ten zeerste aanraden wanneer jij nog steeds zo in ‘ESO’ zit. De wereld is tof, nostalgisch, en vol met plekken om te ontdekken. De diepgang is niet zo groot als in het originele ESO en het feit dat er (nog) geen end-game in zit is jammer. Maar, met downloadbare uitbreidingen en wat patches kan deze game er weer heel wat maandjes tegenaan. Ik zie je in Vvardenfell.