The Legend of Zelda: Breath of the Wild Review

Eefje valt van de ene verbazing in de andere in de nieuwe Legend of Zelda

Er zijn zo van die games waar een review eigenlijk overbodig voor is. Het is relatief zeldzaam, maar er zijn nou eenmaal van die titels waarvan je op voorhand al met zekerheid kan zeggen dat je bij het opstarten een geweldig avontuur te wachten staat. Legend of Zelda-games vallen in die categorie; ze zijn zelfs een belangrijke reden waarom gamers überhaupt de console in huis halen. In het geval van Breath of the Wild valt er zelfs geenszins nog een greintje aan mysterie te bespeuren nadat buitenlandse outlets de game collectief bedolven met monsterscores. Daardoor is dit dus geen review in de strikte zin van het woord. Ik hoef niemand te vertellen of de game al dan niet je zuurverdiende geld waard is, we weten allemaal dat het een heel goeie game is. De vraag van vandaag is daardoor dan ook een best eenvoudige: Wat maakt van deze Breath of the Wild de beste Zelda-game sinds Ocarina of Time?

Om dat uit te leggen moeten we eerst even terugkijken naar de impact die Ocarina of Time had als oerklassieker. Dat moment waarop je met je paard Epona op de velden van Hyrule stond, met het kasteel in de verte en je het gevoel had dat een sprookjesachtige wereld aan je voeten lag en je kon gaan waar je wil. Uiteraard was dat slechts een illusie omdat de game wel degelijk onderverdeeld was in hapklare brokken die de N64 kon weergeven, maar dat overweldigende gevoel van vrijheid en ontdekking is wat bij blijft. Datzelfde gevoel overvalt je na bijna 20 jaar nu ook in Breath of the Wild, alleen is het nu niet langer een illusie. Voor het eerst sinds het prille begin van de reeks heeft Link absolute vrijheid in Hyrule, een feit dat intimiderend en opwindend kan aanvoelen op dezelfde momenten.

Men zegt wel eens dat je om iets op te bouwen eerst dingen moet slopen, en dat heeft Nintendo met dit nieuwe deel duidelijk ten harte genomen. Je kan er over discussiëren wat je wil, maar de Zelda-games waren de voorbije jaren toch echt wel in een formule beland. Of er nu weerwolven of bootjes aan te pas kwamen, de structuur was steevast die van een grote overworld met daarin een aantal grote dungeons die je moest zien te overwinnen op je quest. Een game van beperkingen was het echter ook. Je kan pas die steen oprapen zodra je de Power Gloves hebt en kan over die grote put die je pad blokkeert zodra je de hookshot ontdekt hebt. En dan is er uiteraard ook de lange introductie van elk avontuur waarin Link wakker wordt en uren bij de hand genomen wordt om de gameplay uit te leggen aan de hand van saaie opdrachten. Sfeeropbouwend zeg je? Ik noem het vissen in een saaie vijver terwijl het grootse avontuur ligt te wachten. Met Breath of the Wild maakt Nintendo  komaf met die formule en dat levert een intrigerend, verwonderlijk en uitdagend juweeltje van een avonturengame op.

Het avontuur start wanneer Link wakker wordt in een cryogenische slaapkamer in een verlaten grot. Jij bent de held wordt je verteld en om je quest tot een goed einde te brengen dien je een multifunctioneel item genaamd de Sheikah Slate op te rapen. Kleren aan en tijd om te vertrekken dus en dat doe je door de grote muur die de uitgang blokkeert over te klimmen. Fans van de reeks weten dat dit best een big deal is, je hoeft geen bommen zoeken om de muur op te blazen, je kan gewoon klimmen nu. Eens je uit de grot bent begin je te beseffen dat je vrij bent om zelf je pad te bepalen. Er is geen Midna of Navi die je vertelt wat je wel en niet mag doen, je hoeft niet eerst een zwaard gaan zoeken maar kan gewoon een stok oprapen of de bijl stelen die de oude man die je ontmoet bij zich heeft. De eerste keer dat je een boomerang vindt is niet in een kist in een dungeon waarbij de muziek aanzwelt bij het openen, maar gewoon op de grond nadat je een monster hebt gedood… cool, een boomerang!! Het is een tekenende manier voor hoe de game je items geeft die je nodig hebt om verder te komen. Het is en blijft een Zelda-game, dus er zijn uiteraard nog steeds belangrijke MacGuffins om achteraan te gaan, maar de items die je nodig hebt om die klus te klaren vind je reeds in de eerste uren van je avontuur op het uitgebreide plateau dat de grot omgeeft.

Stiekem fungeert die eerste omgeving als een soort van tutorial die je netjes de basics van de gameplay aanleert zodat je, wanneer je dan uiteindelijk afdaalt richting Hyrule, het gevoel hebt de wereld aan te kunnen. Alleen, daar heb je het dus bij het verkeerde eind. De wereld ligt weliswaar aan je voeten, maar is tegelijk bezaaid met boosaardige monsters en moordmachines die je voeten van je lichaampje willen scheiden. Het Hyrule van Breath of the Wild is een wondermooie plek vol mysterie en avontuur, maar het is er tegelijk ook nog nooit zo gevaarlijk geweest als nu. Dit is naar mijn gevoel echt wel de meest uitdagende Zelda-game die ik ooit heb gespeeld, iets dat ik aan het begin niet had verwacht. De Scrubs, Bokoblins en dergelijke andere kleine vijanden kun je gewoon met een stokje verslaan bij wijze van spreken, maar al behoorlijk snel moet je aan de bak komen om te kunnen overleven. Breath of the Wild levert een spelwereld waar je in principe kan gaan en staan waar je wilt, zolang je het maar niet aan de stok krijgt met monsters die sterker dan je zijn want dan ga je dood; vaak. De beste indicatie om te weten dat de trainingswieltjes verwijderd zijn komt er wanneer een monster met één mep vijf van je levenshartjes verpulvert.  Nee, dit is echt wel een Legend of Zelda-game en geen Dark Souls. Om te beginnen is het savesysteem genereus, verlies je nooit je items en wordt je maar een klein stukje terug gezet. Ten tweede is het zo dat wanneer een omgeving te hoog gegrepen aanvoelt dat primair komt omdat ze dat voorlopig nog is, er ligt dus geen schande in vluchten en later beter bewapend terug te keren.

Er is dus wel degelijk een solide leercurve aanwezig in Breath of the Wild, maar die beloop je spelenderwijs zodat het zelden gaat frustreren. Hyrule is een plek die jou als speler respecteert en vele mogelijkheden geeft, maar je dient dus wel  zelfrespect ervoor op te brengen en te aanvaarden dat er gevaar is dat je niet klakkeloos kan trotseren. Als je dat doet, dan red je het al heel ver. Het is vaak vooral een kwestie van voorbereid zijn en niet met getrokken zwaard op het gevaar af te stormen. Het is een kwestie van zorgen dat je wapens in topconditie zijn, want dat items nu kunnen verslijten en breken is iets waar je echt wel rekening mee moet houden. Het is ook een kwestie van tijd nemen om te koken, ook zo’n nieuwe feature waarbij je ingrediënten samenvoegt om potions te maken die je hartjes en stamina aanvullen. Het is vaak gewoon een kwestie van voorbereid zijn voor je richting een Shrine trekt, Breath of the Wild’s antwoord op het gebrek aan een veelvoud van traditionele dungeons. Elk Shrine fungeert als een uitdaging met logische puzzels, die vaak op physics gebaseerd zijn, die je moet voltooien om je doel te behalen. Die Shrines , waar er honderd van zijn in de game, wil je echt wel behalen. Niet alleen zijn ze erg leuk om doen, maar ze fungeren ook als fasttravelpunt in de uitgestrekte wereld en voor elke vier wordt je beloond met een upgrade voor je health en stamina. Dat ene gebied waar je eerder genadeloos uitgeschopt werd is zestien shrines en de nodige upgrades later dus plots een stuk beter te doen, en dat jongens en meisjes is hoe je een slim gevoel van progressie in een Open World-game stopt.

Alles wat je doet in dit Breath of the Wild helpt je verder te komen in je avontuur en daardoor voelde ik een zelden ervaren drang om te exploreren. Het is ook het soort game waar je net door die drang om te ontdekken heerlijk afgeleid kan worden. Dan kom je in een gebied terecht dat er uitziet als een tropische jungle en vertrek je richting de grote toren in de verte om die te beklimmen, omdat je van daaruit met je verrekijker interessante zaken zoals Shrines kan spotten. Op je weg naar die toren verzamel je wat kruiden om later potions mee te kunnen brouwen, maar dan zie je plots een rookpluim in de verte en dat moet je toch echt even gaan onderzoeken. Misschien vind je daar wel een erg krachtig wapen of een dorpje dat nieuwe quests kan aanbieden, of met een beetje pech een reusachtige eindbaas die net een karavaan heeft uitgemoord en jou als toetje wil. Je weet niet wat er daar te vinden is, maar die toren staat er straks ook wel nog, dus op pad richting een nieuw avontuur. Dat soort dingen, dat heerlijk overweldigende gevoel dat alles mogelijk is in deze wereld, dat is het kloppende hart van Breath of the Wild.

Ja, Breath of the Wild is een complexe en uitdagende game, maar dat is het met een doel. Het moeizame gevoel van beetje bij beetje vooruitgang te boeken en steeds wat sterker te worden gecombineerd met een nagenoeg constant gevoel van ontdekking levert een erg indrukwekkende gameplay-ervaring op. Wat die ervaring nog verder verrijkt is de audiovisuele presentatie van Hyrule, die is namelijk om te zoenen. De cellshaded graphics en het sfeervolle design gaan hand in hand om er een erg artistieke game van te maken die niet weinig beïnvloed lijkt te zijn door de animatiefilms van Studio Ghlibli. Het is een spel dat vaak jawdropping mooi uit de hoek komt, zeker wanneer je magische momenten overkomen zoals de eerste keer dat er een storm over Hyrule trekt. Zijn er dan geen minpunten aan Breath of the Wild? Uiteraard wel, geen enkele game is feilloos, de vraag is echter of die minpunten door kunnen wegen? Je kan opperen dat de plaatsing van de sprintknop op X of B onlogisch is en gewoon de l3-knop indrukken veel comfortabeler zou aanvoelen in gebruik. En ja, het is jammer dat de framerate van het spel op drukke momenten wat gaat dippen, maar afbreuk aan de ervaring kan ook dit euvel niet doen. Een perfecte game is Breath of the Wild dus geenszins, maar wat komt het verdomd dichtbij.

Breath of the Wild, er valt na bijna 1900 woorden nog heel wat over te vertellen. Dit is het zeldzame soort game dat na veertig uur spelen  nog steeds weet te verbazen en nieuwigheden op je pad richting de ultieme vijand weet te plaatsen. Naar mijn gevoel heb ik echter gezegd wat gezegd dient te worden wat dit pareltje betreft. Dit is zonder twijfel één van de meest uitdagende en tegelijk belonende games die ik ooit heb gespeeld en niet enkel de beste Zelda-game sinds Ocarina of Time maar gewoonweg één van de beste games ooit gemaakt. Of je het nu op WiiU of op Switch gaat spelen, dit is een essentieel meesterwerk.

Good

  • Ontzagwekkend gevoel van vrijheid
  • Zet constant aan tot exploreren
  • Uitdagend, maar ook erg belonend
  • Bloedmooi visueel vormgegeven
  • Tientallen uren aan avontuur

Bad

  • Kleine frameratedrops
  • Sprintknop niet handig geplaatst
9.9

Geweldig

Iedere gamesite heeft die ene toffe, lieve meid nodig die te porren valt voor de schattige platformgames. Hier bij GameParty moeten we het echter nog steeds met Eefje stellen. Een inktzwart gevoel voor humor, ietwat van een grote bek en een voorliefde voor de meest gewelddadige games die je kan bedenken. Dat is Eefje in een notendop.